9 MEI 1995 331 was, in de race te houden. Daarom steunen wij ook van harte het amendement dat Groen Links gemaakt heeft, en dat wij samen met de PvhZ hebben mede-ondertekend. Wij hebben gezegd wat wij van plan waren. Wij hebben getekend en wij zien geen aanleiding om het amendement niet te steunen. De heer De Leeuw gaf de volgorde aan, dus 1, het amendement van de VVD, meen ik mij goed te herinneren. Vervolgens is dus het amendement van D66 aan de beurt De VOORZITTER Wat er eerst aan de beurt is, dat bepalen we straks met zijn allen als wij gaan discussiëren over de volgorde van de amendementen. Ik heb wel voorstellen, ook op basis van wat het meeste afwijkt van het collegevoorstel. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Neen, logisch, maar ik houd dus nu eigenlijk een iets andere volgorde aan. Het amendement van D66, hoe tegenstrijdig het ook moge klinken, ook daar zit in elk geval een keuze in en er wordt duidelijk aangegeven, dat het collegevoorstel ook niet de keuze is van D66. Ook dat zullen wij steunen. De heer SCHRODER Laat ik ook maar reageren in de volgorde waarin de amendementen nu zo langzaamaan genummerd zijn door de voorgaande sprekers. Allereerst het amendement, ingediend door de fractie van de VVD, waarin volledig tegen het collegevoorstel gestemd wordt en het college wordt uitgenodigd om verder te gaan met Geerlings/Wilma. Een amendement, waarin uiteindelijk Geerlings/Wilma als winnaar van de ontwerpcompetitie wordt aangewezen. Zowel in eerste als in tweede termijn hebben wij naar voren gebracht dat het wat ons betreft niet aan de orde is, wanneer er min of meer eenduidigheid is in deze raad, dat wij praten over twee plannen van hoge kwaliteit, ook ondersteund in die visie door het college, om dan in dit stadium voor de keuze gesteld te moeten worden om één van de plannen in de prullenbak te gooien als buiten de orde en met een andere ontwikkelaar verder te gaan. Dat betekent, met alle twijfel zoals geuit door mijn fractie, dat wat ons betreft het moment er nog niet is om Proper/Stok c.q. Bhalotra die af te wijzen, een tweede keus te laten zijnen zeggen: u bent niet meer inbeeld voor ons. Dit amendement zullen wij dan ook niet steunen. Als reactie op het amendement, ingediend door D66, hebben wij allereerst de indruk dat dit amendement de neiging vertoont om ons in dit stadium te onttrekken aan besluitvorming, waar wij eigenlijk een keuze zouden moeten maken. De keuze die het amendement verwoordt, is een keuze tégen het ontwikkelingsvoorstel Proper/Stok en dan vervolgens einde procedure en we zien wel waar wij terechtkomen. Wij denken dat het op dit moment niet juist is om geen besluit te nemen. Het doet, aansluitend op wat ik heb opgemerkt over het eerste amendement, geen recht aan de kwaliteit van twee plannen, waar toch in de hele procedure die wij hebben gevoerd, deze twee plannen duidelijk boven zijn komen drijven en er drie, in de visie van deze hele raad, op de achtergrond gedrongen zijn. Om dan te zeggen, wij wijzen het af en de competitie is afgesloten, ik denk dat dat een onterechte keuze zou zijn. Wij denken ook, dat wanneer dit amendement aangenomen wordt, juist dit amendement een voer voor claims zou kunnen zijn. Niet alleen claims vanuit Geerlings of Proper/Stok maar wellicht zelfs nog door de drie andere ontwikkelaars die op dit moment al buiten beeld zijn, omdat ook met hen procedurele afspraken zijn gemaakt over het aanwijzen van een winnaar in die ontwerpcompetitie. De heer DE LEEUW Mag ik er bij interruptie op wijzen dat één van de afspraken die wij gemaakt hebben is, dat er een optie, een voorlopige keuze naar de commissie gestuurd zou kunnen worden, maar er zou ook een nul-optie naar de commissie gestuurd kunnen worden. Een afronding, die past binnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 331