9 MEI 1995 336 ons liggen, we het voorstel en de keuze zoals die voorligt in ieder geval gemaakt zou kunnen worden vandaag. De VOORZITTER Dan kijk ik in de richting van de raad. Is er behoefte aan een vierde termijn of aan schorsing, voordat we overgaan tot stemming? De heer DE LEEUW Ik heb behoefte aan een korte schorsing. De VOORZITTER Dan schors ik de vergadering tot 01.40 uur. SCHORSING De voorzitter heropent de vergadering. De VOORZITTER Ik neem aan dat na deze schorsing er ook behoefte is om nog iets daarover te zeggen. De heer DE LEEUW Wij hadden even tijd nodig om ons te beraden op het amendement van VVD, Groen Links en de Parel van het Zuiden. Wij zullen direct de stemming bekend maken. De VOORZITTER De beraadslagingen zijn gesloten. Dan gaan wij over tot de besluitvorming. Gezien het feit dat u reeds in derde termijn allemaal uitgebreid heeft verklaard waar u voor of tegen zult gaan stemmen, ga ik er vanuit dat u geen behoefte meer heeft aan het afleggen van stemverklaringen vooraf. Dan ga ik de volgorde van stemming over de amendementen met u doornemen. Dan moeten wij even de amendementen erbij nemen. Amendementen hebben betrekking op wijzigingen van het voorliggende raadsvoorstel. Het voorliggende voorstel, zoals het college het formuleert, is de keuze voor Proper/Stok Bhalotra. Dan betekent dat dusals we praten over wat het meest vergaande amendement is dat het ook moet worden afgezet tegen het voorliggende voorstel, omdat het een wijziging is op dat voorstel. Dat is dus anders dan bij moties. Dat betekent dat in de visie van uw voorzitter het meest verstrekkende voorstel is het amendement van de VVD omdat daarin expliciet wordt gekozen voor Koolhaas. Het tweede amendement wat dan in stemming zou moeten komen, is het amendement van de heer De Leeuw en de zijnen, omdat daar wordt gekozen om de zaak te bevriezen, dus geen keuze te maken. Aan het college wordt gevraagd om met een nieuwe procedure te komen. En het derde amendement wat in mijn ogen dan in stemming dient te komen is het amendement van mevrouw Van Beusekom, de heer Schroder en de heer Verpaalen, omdat daarin wordt voorgesteld om met twee ontwikkelaars verder te gaan en dat is het meest vérstrekkende, als je dat bekijkt ten opzichte van het collegevoorstel. Ik vraag aan u of u instemt met deze volgorde van stemming. Ja? Dan is dat vastgesteld en dan gaan wij over tot besluit vorming. Ik ga er vanuit dat u gezien het belang van deze zaken behoefte heeft aan hoofdelijke stemming over deze drie amendementen. Wij beginnen met amendement één. Ik maak u erop attent dat, als u een stem heeft uitgebracht, voor of tegen, en als de volgende heeft gestemd en u heeft verkeerd gestemd, dan kuntu weliswaar nog in de notulen laten aantekenen dat u verkeerd gestemd heeft, maar dan is die verkeerde stem niet meer van invloed op het uiteindelijkebesluit. Met andere woorden, ik verzoek u heel goed na te denken over de vraag of u voor of tegen het amendement stemt. Dan is nu aan de orde de stemming over het amendement, ingediend door de fractie van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 336