3 MEI 1995 346 worden, wordt door het college niet gegeven. Misschien dat die duidelijkheid vanavond wel te geven is. De heer PEETERS Vanzelfsprekend steunen wij het voorstel tot continuering van het minimabeleid. Met betrekking tot de problematiek van de minima onderschrijf ik wat mevrouw Kokx daarover zei. CBS-cijfers wijzen daar heel duidelijk op. Ik denk dat ook het aantal mensen dat een beroep doet op schuldregelingen sterk is gestegen, dat er ook een indicatie is in die richting. En waar een inkomensbeleid door gemeenten niet is toegestaan moeten andere vormen worden gezocht om tegemoet te komen aan de problemen om een sociaal isolement te voorkomen. Een voorziening als de Bredapas kan in dit verband en in dit opzicht van betekenis zijn voor een groot aantal mensen over wie we het nu hebben. Tot slot iets over de kwijtschelding. Wij dringen erop aan, zoals ook is gebleken uit onze artikel 48-vragen, om de ruimte die nu is geschapen om wat ruimer met die kwijtschelding om te springen, optimaal te benutten. Ik weet niet of het mogelijk is om daarover nu iets toe te zeggen. Wethouder VAN RAAK Een drietal vragen in feite. De eerste vraag van de heer Meeuwissen: of ik iets kan vertellen over de eerste ervaring met deBredapas. Dat is moeilijk. Ik heb een taart gekocht voor 15,-- bij bakker Van de Steenoven, maar ik denk niet dat u daarin geïnteresseerd bent, met die 10,— korting, maar het is mooi meegenomen, vond ik zelf. Ik zeg u toe, en ik denk dat u die gegevens wilt hebben, om bij de eerstkomende commissievergadering eens te kijken wat inderdaad de eerste reacties zijn geweest over het uitzetten, de verkoop van de zaken. Van de brieven die ik nu heb gekregen, dat zijn er drie in totaal, waren er twee zeer instemmend en eentje nogal negatief, die vergeleek het weer met een bonnenboekje van tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik zal de andere ervaringen aan u geven op de eerstkomende commissievergadering volgende week donderdag. In de richting van mevrouw Kokx: ik denk dat haar analyse van de toenemende schuldenproblema tiek inderdaad correct is, wij constateren dat ook. In de bijlage zoals hier gesteld geven we aan dat het aantal vragen van mensen en het aantal mensen dat in het budgetbeheer komt bij de Sociale Dienst stabiel blijft en toeneemt. Het aantal saneringskredieten neemt ook toe, dat hebben we ook gezien. We hebben de gunstige mogelijkheid dat wij dat met bijzondere bijstand in feite proberen te saneren. De heer Peeters gaf al aan dat eigenlijk onze mogelijkheden, de mogelijkheden van de lokale politiek, vrij beperkt zijn daar waar inderdaad door langdurig verblijf in de bijstand enorme problemen ontstaan wanneer er gebruiksgoederen moeten worden aangeschaft die enigszins kostbaar zijn. Het is een bekend verschijnsel. Wij mogen echter niet met een eenmalige uitkering werken, wij mogen niets doen in de inkomenssfeer dus vandaar dat we de afgelopen jaren ook uitgebreid met u hebben gediscussieerd op welke terreinen we dan wel actief moesten zijn. Daar is de Bredapas onlangs bij gekomen en ik heb de hoop dat dat ding in ieder geval iets kan betekenen voor dat isolement, voor allerlei andere kleine problemen. Ik denk dat de grote problematiek op een ander niveau, namelijk op landelijk niveau, zal moeten worden aangepakt. U vraagt naar het kwijtscheldingsbeleid. Ikblijfvolstaanmetmijn antwoord dat op ditmoment er een college-omslag in voorbereiding is, ik heb hem zelfs uitgebreid zien liggen op de tafel van de heer Van Os en hij had als kop: verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden. Maar de duidelijkheid kunt u uzelf geven, want u beslist uiteindelijk daarover. TWEEDE TERMIJN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 346