3 MEI 1995 350 daarop gereageerd en daaruit is te voorschijn gekomen: het wordt dan wel een begraafplaats of iets cultureels en dat was afhankelijk van de beantwoording. Ik moet zeggen dat deze beantwoording voor de CD A-fractie niet zo veel aanknopingspunten biedt om daarvoor nu warm te lopen en dan blijft er in feite over: het verzoek om dit pand op de monumentenlijst te zetten is gedaan om het voor sloop te behoeden. Dat is een argumentatie waarmee de CD A-fractie op zich eigenlijk niet zo gelukkig is omdat het lijkt op een wat oneigenlijk gebruik maken van de Monumentenwet en deszelfs bedoelingen en dat betekent dat we terugvallen op andere argumenten. Daaraan zijn in de hele discussie voor ons geen nieuwe toegevoegd en we kunnen ons dan ook vinden in het voorstel van het college zoals dat in dit stuk is neergelegd. De heer MARÉE Zoals duidelijk mag zijn: aan de raad wordt dus gevraagd te adviseren over het plaatsen op de Rijksmonumentenlijst van de Heilig Hartkerk aan de Baronielaan en zoals ook uit de motivering van het raadsvoorstel blijkt, de heer Sinke zei het ook al, speelt op de achtergrond van deze beslissing dus het behoud dan wel de sloop van dit markante gebouw. Uit de verschillende discussies die over de kerk de afgelopen jaren hebben gespeeld mag duidelijk worden en zijn dat D66 de cultuur-historische waarde van dit gebouw belangrijk acht. En nu alle andere mogelijkheden om de kerk voor sloop te behoeden zijn uitgeput is de poging om het gebouw op de Rijksmonumenten lijstgeplaatst te krijgen de laatste mogelijkheid, zo zien wij dat ook. Te meer aangezien de aanvraag voor een sloopvergunning door de eigenaar is ingediend. We vinden het adviseren om tot plaatsing op de lijst over te gaan een besluit dat overwogen genomen moet worden. En, ook dit is al door de heer Sinke gezegd, het is van essentieel belang dat de kerk op nationaal niveau van architectuur historische waarde is. Hierover heeft de commissie WAM een negatief advies uitgebracht en voor D66 is dit advies richtinggevendGeconcludeerd mag worden dat wij hierom met het voorliggende raadsvoorstel om een negatief advies uit te brengen akkoord kunnen gaan. In het voorstel wordt ook met nadruk gesproken over het grote stedebouwkundige belang van de kerk op deze plaats. Het gebouw is een markant herkenningspunt in de Baronielaan. Wij scharen ons daarom ook achter de opmerking dat op deze plaats met een eventueel nieuw gebouw een stedebouwkundige functie met dezelfde kwaliteit kan worden gerealiseerd, maar dat dan wel een architectonisch hoogstaand plan moet worden uitgevoerd. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Wij hopen dat met dit voorstel een einde komt aan eenheel lang slepende affaire. Het is begrijpelijk dat de Vereniging Salvator langs deze weg een laatste poging doet om de kerk te behouden, maar ik denk dat wij er zijn om bestuurlijk erop toe te zien dat de Monumentenwet als doel heeft onze cultuur te behouden en te beschermen en dat deze niet gebruikt moet gaan worden als middel om sloop van gebouwen te voorkomen. In die zin stemmen wij in met het voorstel. Wij denken echter dat er pas een einde aan deze affaire komt wanneer er daadwerkelijk een goed vervangend bouwplan tot stand is gekomen. Wij hopen dan ook oprecht dat dat binnen niet al te lange tijd het geval zal zijn. Kan de wethouder zeggen of er al enige hoop gloort op een goed vervangend bouwplan? De heer SCHELTENS Allereerst voel ik mij genoodzaakt even te reageren richting de heer Sinke. Het betreft een zin, weliswaar in het raadsvoorstel bij 94 dus van de Ginnekenweg, maar het betreft dezelfde wet, de Monumentenwet, waar in de motivering/toelichting staat, onderaan de pagina: "Hoewel de Monumentenwet primair gericht is op de bescherming van waardevol geachte cultuurgoederen, kunnen de artikelen die deze bescherming procedureel regelen en waarborgen ook ingezet worden om bescherming af te dwingen"Ik wil het alleen even aanhalen om duidelijk te maken dat het absoluut in mijn ogen, in de ogen van mijn fractie, geen oneigenlijk gebruik is van deze wetgeving, dus dat het ook dit doel mag dienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 350