3 MEI 1995 354 Ook de eigenaar zegt op dit moment: ik kan wel allerlei zaken in gang zetten maar ik wil eerst definitief weten wat deze procedure met zich meebrengt. Ik denk dat dat een wijs besluit isDaarna zal, conform het communicatieplan zoals we dat in de commissie Stedelijke Ontwikkeling hebben behandeld, overlegd gaan worden op welke wijze daar een invulling aan gegeven kan worden. In de richting van de heer Scheltens: ik denk dat wij een beetje "terug naar af" gaan. Uitgebreid is in deze raad en ook in de commissie gepraat over de onderzoeken die er zijn geweest naar mogelijke andere bestemmingen voor dit pand. Daarbij is met name gekeken naar: kunnen wij daarin als gemeente een bepaalde rol spelen? Al die onderzoeken hebben een negatief resultaat gehad en vervolgens is daaruit als conclusie gekomen: als gemeente kunnen we hierin geen enkele rol spelen en wij zien geen mogelijkheden om een andere functie in dat pand te realiseren. Dat was in 1988 het geval. Wij hebben daarover vorig jaar voor de zomervakantie nog een keertje gepraat: hoe zit dat, stel het eens bij. Ook toen hebben we hierover in de raad gediscussieerd en geconstateerd dat er dus geen mogelijkheid is voor de gemeente. De heer Scheltens geeft wat argumenten aan waardoor je zou kunnen zeggen: houd de besluitvorming nog even op. Ik denk in eerste instantie dat dat gaat over de besluitvorming sloop of geen sloop. Daarover praten we hier niet, we praten hier over het op de Rijksmonumentenlijst zetten. Maar ik wil toch wel even ingaan op de motie, hoewel het dus eigenlijk gaat over een ander aspect dan hier op de agenda staatEr is een andere bisschopdat heb ik in de commissie en in eerdere commissies al aangegeven, ook een andere bisschop wil nog niet gelijk zeggen dat hij een andere mening heeft want daarover hebben we een papieren brief, ook die heeft eerder bij de stukken ter inzage gelegen, dat ook een andere bisschop weieens hetzelfde zou kunnen denken als een vorige bisschop. Er is geld, dat heb ik geconstateerd, maar dat betekent ook vervolgens dat degenen die geld hebben met de eigenaar zullen moeten onderhandelen of zij daar iets kunnen doen. Na alle onderzoeken die we als gemeente hebben gedaan en die we vorig jaar nog eens een keertje hebben getoetst aan de feitelijkheid, is er wat ons betreft voor de gemeente geen enkel verder initiatief meer te nemen. Als er initiatieven zijn dan is dat voor de initiatiefnemers alsmede de eigenaar, want met hen moet je dan op een gegeven moment praten en ik denk dat die lijnen altijd helder zijn geweest, die hebben we ook altijd als college aangegeven, ook meer dan een jaar geleden, en ik moet constateren dat dat in ieder geval nog tot niets heeft geleid. Het pand is op zich karakteristiek in zijn omgeving, dat staat ook in het voorstel, daarover zijn we het met z'n allen eens, denk ik. Dat betekent: wil je de karakteristieke wand daar behouden of in ieder geval herstellen dan zul j e daar goed aan de invulling moeten denken. Maar ik denk dat we daarop in de commissie uitdrukkelijk terugkomen. Het zal u duidelijk zijn dat het college de motie niet zal overnemen. Ik denk dat ik de overige vragen heb gehad. TWEEDE TERMIJN De heer SINKE Op zich heb ik aan de eerste termijn niet veel toe te voegen behalve dan de reactie op de motie. Eigenlijk hebben wij dezelfde mening als de wethouder. Wij hebben geen behoefte aan deze motie en dat blijkt ook uit hetgeen ik in eerste termijn heb gezegd. De heer MARÉE Wij hebben geen vragen meer, behalve dan de opmerking dat ook D66 geen behoefte heeft aan de motie van Groen Links en De Parel. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Wij hebben eigenlijk ook geen behoefte aan de motie. De motie is naar ons idee gauw van een ordevoorstel een motie geworden en er staan ook dingen in waarvan ik denk: men wil alsmaar meer praten, maar je zou eindeloos met de ondertekenaars moeten praten om te vragen of ze alles m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 354