3 MEI 1995 359 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet; besluit: 1. een positief advies uit te brengen aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op het verzoek tot aanwijzing van het pand Ginnekenweg 236/236A tot beschermd monument; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Door de heer Scheltens en een aantal andere leden van de raad is een amendement ingediend, dat voldoet aan de formele vereisten. Het is al vermenigvuldigd, kan worden rondgedeeld en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Ik had niet verwacht er al zo snel weer gebruik van te moeten maken, maar ik kan het papier weer omhoog steken want het is weer zover. (Spreekster toont de tekst: "Geld wint altijd"). Daar komt het echt op neer. De beantwoording van de wethouder in de commissie is daar duidelijk in geweest, het gaat puur over het economisch haalbaar zijn van het restaureren van het pand, het gaat dus niet meer over: zou het pand de moeite waard zijn, is er iets monumentaals aan, neen het gaat gewoon over: wat kost het, wat levert het op en behouden we het. We moeten de grote kerk dan ook maar gauw gaan slopen, want het is ook niet meer te bedruipen op die manier. Als we zó gaan praten: het moet economisch haalbaar zijn, dan houd je gewoon niets meer over in de stad. Het is natuurlijk bekend: oude gebouwen, vooral monumentale gebouwen, kosten gewoon meer geld. Ik vind het wel een beetje kwalijk dat bij de commissievergadering de indruk is gewekt door de wethouder dat de MAR al eerder had gezegd dat het bij wijze van spreken niet veel soeps zou zijn. De brief van 4 april 1993 liegt er gewoon niet om, die geeft daar een heel ander geluid over, die zegt gewoon simpel: restaureren en behoudenzo'n pand. Dus nogmaals: geld wint altijd, maar ik denk dat op een goed moment de Bredase burger gaat winnen door eens een keer op de juiste partij te stemmen en te zorgen dat er hier een flinke opruiming gaat plaatsvinden. Wethouder DE BRUIJN Kort op de opmerkingen ingaand: ik kan alleen maar verwijzen voor wat betreft de inhoudelijke argumentatie naar het voorstel zoals we dat hier hebben voorgelegd. Mevrouw Van Beusekom, de heer Scheltens en mevrouw Croft gaan nog even in op de brief van 4 april die is gestuurd aan de Monumenten Advies Raad, waarin in ieder geval niet wordt aangedrongen om het pand op de monumentenlijst te zetten, dat is op zich al aardig, alleen wordt gewezen op het beschermd stadsgezicht en verzocht om restauratie. Het is een brief van de Monumenten Advies Raad aan de leden van de Monumenten Advies Raad en ik moet constateren dat bij de uiteindelijke groslijst die de Monumenten Advies Raad heeft gemaakt, in ieder geval dit pand ook niet is aangedragen als monument. Kortom, ik kan hier niet zo bar veel mee, met een interne brief tussen leden van de Monumenten Advies Raad. Renoveren: dan kom je aan een economisch belang, hoe zou je dit kunnen renoveren? Het gaat eigenlijk over meer dan renoveren: restaureren. De enige mogelijk heid zou aanschrijven zijn. Ik heb in de commissie al aangegeven dat aanschrijven in ieder geval deze procedure niet mogelijk had gemaakt, namelijk op het moment dat wij zouden aanschrijven tot restauratie of tot renovatie was het pand allang gesloopt geweest. U weet dat het pand lang te koop heeft gestaan, dat er is gekeken of het overeind gehouden zou kunnen worden en we moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 359