26 JANUARI 1995 35 de fractie van de PvhZ. Dat is wat lastig, want u heeft er een percentage bij genoemd. Bovendien zit u met vier fractieleden waarvan ik niet weet of ze hetzelfde zeggen. Maar u moet alle vier goed luisteren, dan probeer ik het samen te vatten. Ik stel vast dat de fractie van de PvhZ zich niet gebonden acht aan de uitslag van het referendum. Daar laat ik het bij, ik wilde er nog wat aan toevoegen, maar dat doe ik niet, want u bevestigde het en dat is wel zo gemakkelijk. Dan stel ik vast dat de fractie van de CD zich ook niet gebonden acht aan de uitslag van het referendum. Wethouder VAN RAAK Voorzitter, uiteindelijkmoet ikbeginnenmet eenzelfde soort zin alszoëven dooru is geformuleerd. We zijn het unaniem, dacht ik, met elkaar eens over de locatie. De meningen verschillen alleen over het tempo, de oorzaken en de aanleiding die tot het huidige voorstel hebben geleid. Daarover is een uitgebreide discussie gevoerd en u heeft elkaar uitgebreid inzicht verschaft over uw lezing. Ik denk niet dat het zinnig is om te proberen u over dat onderwerp op één lijn te krijgen. Dat lukt mij toch niet. Ik wil alleen in de richting van de heer Crul zeggen: ik heb in de commissie gereageerd op uw opmerking dat het vorige besluit van het college fout zou zijn geweest. Ik zei: dat is niet waar. Ik erken alleen dat het anders was, want iets wat toen in die politieke context was besloten, heeft te maken met politieke afwegingen van dat moment, politieke argumenten naast het bijvoorbeeld puur technische argument die op dat moment hebben meegespeeld. Dat was de discussie op dat moment. Ik zeg niet dat het toen niet goed is gegaan, het is toen alleen anders gegaan. Ik heb u het voorbeeld van die auto gegeven. Als ik vandaag een andere auto koop, dan is mijn vorige auto niet meteen hartstikke slecht. Met betrekking tot het amendement zal het ook duidelijk zijn dat het college u dit amendement ontraadt. TWEEDE TERMUN Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE U heeft eigenlijk al het antwoord gegeven, maar de heer Meeuwissen van de VVD-fractie ging even in op mijn eerste reactie dat uiteindelijk de raad dan toch moet beslissen. Inderdaad, in artikel 5.1ligt vast dat de raad uiteindelijk, nadat het referendum is gehouden, besluit. En ik vind het ook heel belangrijk dat dat ook bij de burgers bekend is en dat men niet denkt: begint men nu wéér opnieuw, je weet het in die politiek nooit precies. Men dient te weten dat uiteindelijk de raad een besluit neemt. Dat is wat ik heb willen zeggen, en niet meer en niet minder. In de richting van Groen Links, met betrekking tot de reactie van de heer Schroder het volgende. Ik heb gezegd: de grootste meerderheid van mijn fractie gaat akkoord met het referendum. En het is eigenlijk heel mooi hoe zo iets dan loopt. Het was er één, het werden er twee en daarna enkele leden van de CD A-fractie. Maar zo groot zijn we op het moment niet en als je dan nog even doorgaat, dan zijn we straks met de helft die niet akkoord gaat. Het is dus duidelijk dat het om één fractielid gaat. De naam is daarbij ook doorgegeven. En ter nuancering, u refereerde al De heer DUBBELMAN Bij interruptie. Ik zou mevrouw Boidin willen aanvullen, in die zin dat dat enige raadslid niet tegen het referendum is, maar uitsluitend tegen het op voorhand binden aan zelfbinding ongeacht de aanvullende voorwaarden. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE De heer Dubbel man heeft zelf gereageerd en heeft het genuanceerd in de richting van Groen Links De heer DE LEEUW Dat er mensen in deze raad zijn die principieel tegen een referendum zijn, dat kunnen we begrijpen. Daar moetje ook respect voor hebben. Van de mensen die niet principieel tegen het referendum

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 35