3 MEI 1995 381 De heer MEEUWISSEN Naar aanleiding van het besprokene in de commissie is de tekst van dit raadsvoorstel aangepast en wat meer in lijn gebracht met, naarhetlijkt, de werkelijkheid. Ik zou de wethouder willen vragen of de interne communicatie bij de voorbereiding van dit soort raadsbesluiten in het vervolg van tevoren kan plaatsvinden en niet tijdens de commissievergadering, want het is duidelijk dat een communicatiefout echt ten grondslag hieraan heeft gelegen. Het feit blijft dat voor de VVD dit raadsvoorstel alleszins acceptabel isHet was helaas niet mogelijk om vondsten zichtbaar te maken en de gelden die daarvoor waren uitgetrokken reserveren wij. Ik ben blij dat sub c. is gezegd: we laten die gelden voorlopig staan in afwachting van nadere voorstellen. Ik ben benieuwd naar die voorstellen. Ik ben blij dat er niet bij voorbaat al een besluit is genomen waarop we wellicht over een jaar weer hadden moeten terugkomen. De heer VAN HEUSDEN Dit raadsvoorstel is duidelijk niet onder een goed gesternte geboren. Tegen een aantal zinsneden in de tekst die wij behandelden in de commissie zijn door ons, maar ook door anderen, bezwaren gemaakt. Die zinsneden zitten er in de versie die we nu hebben niet meer in. Wij hebben ook betreurd dat er op een gegeven moment wordt gezegd: zo mogelijk geheel of gedeeltelijk zichtbaar maken, dat is erin gebleven en dus is ook onze treurnis gebleven, maar er is wel een alinea toege voegd en die luidt als volgt: "Het zichtbaar maken van archeologische vondsten is, met uitzondering van de reeds opgemetselde stadswaltorens, bij nader inzien niet de beste oplossing". Dat spoort natuurlijk niet met wat er in de volgende alinea staat: dat er zo mogelijk (geheel of gedeeltelijk) iets zichtbaar gemaakt zou worden. Kennelijk heeft men bedoeld te zeggen, dat het zichtbaar maken van de in het raadsvoorstel van 22 december 1994 genoemde opgravingen achteraf niet wenselijk was, maar dat is nogal een wezenlijk verschil. Daarover zou ik toch graag van de wethouder iets willen horen. De heer BOER We zijn in de commissie erop ingegaan maar ik denk toch dat het belangrijk is hier nog even duidelijk naar voren te brengen hier dat De Parel letterlijk met de hakken in het zand heeft gestaan om zeg maar de vondsten die daar waren, tot ieders verrassing, in ieder geval tot grote verrassing en blijdschap van veel mensen die passeerden, zichtbaar te maken. We hadden daarover, voor alle duidelijkheid, al een maand of anderhalf geleden schriftelijke vragen gesteld en nog geen antwoord gekregen, toen wij tot onze actie overgingen. Tot onze verrassing werden we ter plekke geconfronteerd met een aantal voorstellen dat ons redelijk leek, namelijk een glazen plaat, een brug, of gewoon open houden en een hek eromheen, zoals dat in andere plaatsen is gedaan. Met die toezegging en dat de wethouder erachter stond dat het zo zou gaan, zijn wij toen weggegaan. We waren toch wel een keer weggegaan, dat was natuurlijk duidelijk, en we waren echt niet ten eeuwigen dage daar blijven staan, maar de aanleiding was gewoon toch opmerkingen en dingen uit het volk. Ik kwam er maanden later weer en zag dat er een verharding over lag en toen bekroop mij het nare gevoel dat er iets meer aan de hand was. Ik ben toen ook onmiddellijk met iedereen gaan praten, maar mij werd bij hoog en laag verzekerd dat er niets zou gebeuren, dat het alleen maar een voorlopige afdekking was, dat dat teer er niet zou komen en zelfs werd er gezegd, al zou dat teer er komen, stel dat we het zichtbaar willen maken, dan zou zelfs dat nog met een graver heel snel en makkelijk opengemaakt kunnen worden. Niets was minder waar natuurlijk, want het was helemaal niet de bedoeling om dat zichtbaar te maken. Ik heb eigenlijk toch een beetje een vervelend gevoel daaraan overgehouden, dat er iets gemaakt is waarvoor totaal geen dekking was terwijl dat wel was toegezegd. Ik heb ook het gevoel, en dan moet ik heel voorzichtig zijn met mijn woorden, dat er niet helemaal fair is gespeeld, dat de mensen onder druk zijn gezet. Ik ben er voor die tijd herhaaldelijk geweest, ik heb ook een rondleiding gehad. Het belang van wat daar is opgegraven, bijvoorbeeld het 15deeeuwse straatje, dat is nadrukkelijk gezegd tegen de mensen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 381