3 MEI 1995 382 die de rondleiding volgden en ik heb twee keer die rondleiding gevolgd om te kijken hoe dat was en er was grote belangstelling voor, dat kan niet worden ontkend en daarom ben ik blij met de aanpassing die er nu staat, want verleden keer stond er dat het helemaal niet belangrijk was, maar dat was het natuurlijk wel. Er zijn voorbeelden in andere steden waarin dat zichtbaar kan worden gemaakt, maar ik heb toch een beetje de indruk dat de hardheid van het pad harder is dan het zichtbaar maken van die vondst en dat er alles is gedaan om dat mee te krijgen en datje op een gegeven moment als een doekje voor het bloeden krijgt: ernaast zit nog een kerk en die kan ook nog worden opgegraven. Het is een soort verschuiving. Toen het voorstel kwam om met die 110.000 wat te doen, één van de drie mogelijkheden: glas, brug of een open plek met een hek er omheen, hebben we al gezegd: waarom doe je dat nu, waarom pakje nu geld terwijl je geen plannen hebt. Nu zie jet het rare dat zelfs toen is gezegd: nou neen, dat is voldoende, dat dat nu gewoon wordt verschoven. Dit had helemaal niet aan de orde hoeven komen, het had ook niet eerder aan de orde hoeven komen, eerst had moeten worden vastgesteld, wat kon en wat mogelijk was en dan kom je met een voorstel. Want nu doe je gewoon iets heel raars, je zet 110.000,— op reserve, terwijl het misschien straks wel 200.000,-- kost, maar het kan ook wel 50.000,-- kosten. Het is een buitengewoon ongebruikelijke manier om geld vast te zetten bij de raad. Normaliter hebben we een plan, daar zit een prijskaartje aan, datsteljevastensoms, zoals bijvoor beeld bij het Liniepark, kom je wat tekort of er zijn wat andere voorbeelden, die ik niet wil noemen. Maar dit is een rare constructie en het is een onafgewerkt plan, er is al gezegd dat het geen schoonheidsprijs verdient. Ik vind het echt heel slecht dat het zo gaat en daarom besluiten wij, als we op een gegeven moment actie gaan ondernemen, dat wij dat gewoon echt volhouden tot we er bij neervallen, want dan hebben we tenminste alles gegeven. Ik vind het buitengewoon slecht. We hebben meegewerkt aan voorstellen, foto's, maquettes, daarop is allemaal niet ingegaan, het wordt nu apart gezet totdat er een ander voorstel ligt. Ik heb de indruk dat het afwerken van het park belangrijker is dan de vondst en ik voel me hier echt genomen. Ik wil ook nog een voorbeeldje geven hoe dat dan gaat en dan heb ik het over het hondenverbod, want dat zit ook bij die reconstruc tie, dat is geen archeologisch iets. Op een gegeven moment wordt wethouder Van Dongen geconfronteerd met de bewoners en de bewoners spreken hem daarop aan, dat is dinsdag gebeurd en dan zegt hij, terwijl er dus een hondenverbod ligt, dat daarover nog valt te praten. Dat snap ik niet. Als er een hondenverbod ligt, hoe kan hij dan tegen de bewoners zeggen dat daarover nog valt te praten, want dan heb ik toch het gevoel, net zoals wij toen we in het zand stonden, dat we op een gegeven moment met een lokkertje eruit worden gehaald en daarna worden we gewoon gepakt. De VOORZITTER Ik heb u in ieder geval een keer naakt in bad zien zitten. Wethouder VAN DONGEN Over de gevoelens van de heer Boer zal ik me niet uitlaten, dat moeten anderen maar doen. Het lijkt mij verstandig dat hij echt een keer met de heer Van Gurp meegaat en de hakken in het zand zet op het moment dat opgegraven wordt. Dat lijkt me een verstandiger methode dan de hakken in het zand zetten op het moment dat er iets anders gebeurt. Juist bij het park Valkenberg is in de eerste discussie over het reconstructieplan al gesproken over de mogelijkheid datje daar iets tegen zou komen, dat wisten we uit eerdere stukken en ook uit de historische gegevens. En toen is in overleg met de archeoloog een combinatie gemaakt, een planvoorbereiding, dat het archeologisch onderzoek erin zou worden verwerkt. Dat is ook in het krediet, dat u oorspronkelijk ter beschikking hebt gesteld, gevoteerd. Toen hebben ze die dingen gevonden. Dat was gelukkig op een moment dat er ook al een meevaller was bij de aanbesteding van dit park. We hadden vanavond een puntje waarbij een tegenvaller bij de aanbesteding had plaatsgevonden. We hadden daarvan ook niets kunnen melden, we hadden dat krediet gewoon kunnen laten staan en bij de «ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 382