3 MEI 1995
383
eindafrekening van het park dan aan de wethouder van Financiën kunnen melden dat er een
kredietoverschot was en hij had dan dank je wel gezegd en hopelijk voor de constatering van het
rekeningoverschot iets daarmee gedaan. Neen, is toen gezegd, daar ligt iets en op initiatief van
de archeoloog zijn toen wat plannetjes ontwikkeld om de mogelijkheden van het zichtbaar maken
te onderzoeken. Die zijn uitgewerkt in het voorstel, waarover u eind vorig jaar een besluit hebt
genomen. En als in dit voorstel wordt gesproken over
De heer BOER
Even ter interruptie, mijnheer Van Dongen. De plannen die wij hadden gezien, dat was vóór de
besluitvorming van die 110.000,--. Dat was toen wij in het zand stonden en toen was die
besluitvorming van die 110.000,— er nog niet geweest.
Wethouder VAN DONGEN
Neen, juist op dat soort momenten moet er iets worden voorbereid, moet er iets worden
uitgerekend, moet er iets worden gezocht of het kan en ook nog een krediet worden gevonden,
want anders constateert u in de raad dat we niet met voldragen plannen komen en dan is het ook
weer niet goed. Dus in die zin proberen we toch aan de wens van uw raad te voldoen om de
archeologische vondsten die toen werden geconstateerd zichtbaar te maken. Dat was het
uitgangspunt. En als in het voorstel staat: archeologische vondsten zichtbaar maken is niet de meest
gewensteoplossing,danhebbenwehetoverdearcheologischevondstendietoenzijngeconstateerd
en niet over de vondsten in het algemeen. We praten hier over het reconstructieplan van het
Valkenberg. Want anders heeft de opmerking die daaronder staat in het raadsvoorstel ook geen
zin, want juist daarmee zal mijn collega, de heer Gielen, komen vanuit de discussie over de
archeologische waarden, hoe we daarmee in de toekomst in deze omgeving omgaan en met een
nader voorstel komen in zijn betreffende commissie en zonodig in de raad, want er wordt nog
nader onderzocht wat wenselijk is. Juist vanuit die optiek is het wenselijk om het krediet ook
daarvoor te reserveren en niet terug te gaan naar de algemene middelen of terug te gaan naar het
reconstructieplan van het park het Valkenberg, of het te gebruiken ter afdekking van de
overschrijding van het Liniepark, juist hier proberen we die invulling te geven. Dat is de opzet
en bij de nadere uitwerking zal ook nog moeten worden gekeken wat daar mogelijk gevonden kan
worden, wat de mogelijkheden zijn om dat te bewaren en zichtbaar te maken en daarvoor wordt
dat geld nu gereserveerd. Dat is de bedoeling, zo wordt het uitgewerkt, in een heel positieve relatie
tussen de mensen van Archeologie en Stadsbeheer en dat dat in de tekst af en toe niet helder staat
of anders geïnterpreteerd kan worden, dat hebben we geconstateerd, maar het is juist vanuit de
andere optiek bedoeld. Meer wilde ik er niet van zeggen.
TWEEDE TERMIJN
De heer VAN HEUSDEN
Ik constateer dus dat de toegevoegde zin uitsluitend slaat op dat wat opgegraven was en waar dat
zichtbaar gemaakt zou worden, wat dus niet is doorgegaan. Dat is één. Ik wil toch nog even
toelichten dat "zo mogelijk". Ik vind dat altijd een gevaarlijk woord. "Zo mogelijk" is dikwijls
een voorzichtige vooraankondiging van een later "niet mogelijk" en daar ben ik bang voor: dat
dat hier ook weieens zou kunnen gebeuren. We zullen het in ieder geval kritisch blijven volgen.
De heer MEEUWISSEN
Het is mij allemaal volkomen duidelijk. In de richting van de heer Van Heusden wil ik zeggen
dat de woorden "zo mogelijk" mij heel wel gekozen lijken op deze plaats gelet op hetgeen we
vanavond aan het bespreken zijn.