1 JUNI 1995 419
Mevrouw CROFT-MITTELMEUER
Maar wanneer? Ik vraag niet of dat kan, want, het zal wel een keer kunnen, maar wanneer?
Wethouder DE BRUDN
Morgen, zeg ik. Zodra u een besluit heeft genomen, dan leggen wij hem ter inzage.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Legt u morgen de bouwvergunning ter inzage?
Wethouder DE BRUUN
Nu zijn we eindelijk eens snel en nu bent u nog niet tevreden. Ja.
Mevrouw CROFT-MITTELMEUER
Dus u legt een bouwvergunning morgen ter inzage en u heeft al een verklaring van geen bezwaar,
neem ik dan aan.
Wethouder DE BRUUN
Dat zou ik even moeten nagaan, maar daar ga ik zonder meer vanuit.
Mevrouw CROFT-MITTELMEUER
Ik vind het fijn dat u er vanuit gaat, hoor, maar ik twijfel eraan.
Wethouder DE BRUUN
Dat mag.
Wethouder VAN DONGEN
Natuurlijk is er relatie tussen de publiekrechtelijke verantwoordelijkheid vanuit de vaststelling
van een bestemmingsplan en daaraan gekoppeld de financiële consequenties van de grondexploitatie.
Die financiële relatie is zodanig dat de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan
moet worden aangekaart. Maar juist de bestemmingsplanprocedure is vooral de publiekrechtelijke.
En de privaatrechtelijke consequenties die daaraan zijn verbonden vanuit de overeenkomst met
NAC zullen apart moeten worden behandeld. Een opmerking nog over de koppeling van de
verschillende plannen. U weet dat Steenakker-Zuid afzonderlijk niet economisch uitvoerbaar was
u weet dat Steenakker-Noord daaraan gekoppeld is. U weet ook dathet Van Sonsbeeckpark daaraan
gekoppeld is ten aanzien van de geraamde opbrengst en u weet dat er nog 6 miljoen uit algemene
middelen zijn toegevoegd om de zaak sluitend te maken ten aanzien van de bouw in zijn totaliteit.
Ten aanzien van de grondexploitatie ligt er een duidelijke relatie met Steenakker-Noord en de 3
miljoen. De financiële consequenties ten aanzien van het benzineverkooppunt. Ik reageerde bij
interruptie in de richting van mevrouw Van Beusekom: het is geen 900.000,--jaarlijks. U weet
dat er een j aarlijkse huuropbrengst was bij het BP-station aan de Irenestraat en dat er in de overeen
komst een afspraak is gemaakt ten aanzien van de huuropbrengst van een ander benzineverkooppunt.
En die opbrengst, gekapitaliseerd, is die 900.000,-, waar tegenover staan de besparingen die
geraamd waren ten aanzien van de aanleg van de infrastructuur en die een hoger bedrag zouden
hebbenbedragen. Dan de afstemming met Steenakker-Noord. De opbrengst van Steenakker-Noord
is geraamd op basis van de ruimtelijke visie: inrichtingsmogelijkheden, verkavelingssystematiek,
uitgeefbare oppervlakten, zoals die nu op tafel ligt. Dat is de raming. Ook in januari lag daarvoor
een raming op tafel en ook in december 1993 lag daarvoor een raming op tafel. Die ramingen
zijn ook aangepast aan de gegevens die we nu hebben en zijn gebaseerd op de gedachte ontwikkeling
die daar nu mogelijk is, in overleg tussen de mensen van Ruimtelijke Ordening en Planeconomie,
want dat overleg is goed. Dus die ruimtelijke randvoorwaarden worden daar geschapen, waarna