1 JUNI 1995 439 als de opbrengsten maken onderdeel uit van de totale berekening van de afvalstoffenheffing en eventuele meevallers worden gestort in de reserve die daarvoor bestemd is. De omvang van die reserve wordt ieder jaar betrokkenbij de berekening van het nieuwe tarief voor het daarop volgende jaar. Hoe meer meevallers hoe lager het tarief in Breda kan zijn volgend jaar, ofwel hoe minder het kan stijgen als de echte tarieven van de verbrandingsinstallatie gaan gelden. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de PvhZ geacht wil worden te hebben tegengestemd. 121. KWIJTSCHELDINGSREGELING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN. De heer DUBBELMAN Een korte beschouwing. Onze fractie gaat akkoord met de verruiming van het kwijtscheldingsbeleid, dus gebruik maken van de nieuwe wettelijke mogelijkheden. Wij doen dat omdat met deze verruiming de meeruitgaven die hiervan het gevolg zijn passen binnen het budget. Ik wil van deze gelegenheid nadrukkelijk gebruik maken om toch nog even in te gaan op een soort filosofische noot, zo zou ik die willen omschrijven, in het preadvies. Stel je voor dat de landelijke wetgever een verdere verruiming voorstaat, zouden we dan ook verder moeten gaan? Dan wordt er als het ware als een filosofie gezegd: ja, als we dat doen, dan zoudt u rekening moeten houden met tariefsverhogingen om die meergelden die je door het kwijtschelden derft, dus om dat tekort op te vangen. Ik wil in alle duidelijkheid zeggen dat de CD A-fractie zeker niet zo ver is om mee te denken met de filosofie dat een verruiming van het kwijtscheldingsbeleid per se zou moeten leiden tot tariefsverhogingen. We zouden tegen die tijd daarover een serieuze politieke discussie moeten voeren, waarbij voor ons het uitgangspunt is dat het aangaan van tariefsverhogingen niet iets is wat ons erg aanspreekt. De heer CRUL Wij zijn blij dat in ieder geval maximaal gebruik wordt gemaakt van de kwijtscheldingsregeling. Een goede zaak, vooral omdat daarmee voor burgers die kwetsbaar zijn het maatschappelijk functioneren iets gemakkelijker wordt gemaakt. Ik heb in de commissie gezegd dat je hier toch eigenlijk van een kleine doorbraak zou kunnen spreken, in die zin dat toch ook de gemeente steeds meer bij het inkomensbeleid wordt betrokken. De heer Dubbelman heeft al gezegd dat er over het programakkoord, omdat daar twee wat moeilijk met elkaar te verenigen zaken in staan wat tarieven betreft en dit kwijtscheldingsbeleid, in ieder geval zal moeten worden gepraat als dat in de toekomst nodig mocht zijn. In de commissie is een inspreker geweest, die naar voren heeft gebracht en daarover hadden anderen ook contact met ons opgenomen, dat mogelijk kamerhuurders die geen zelfstandige woonruimte hebben nu wel voor de O.Z.B. kunnen worden aangeslagen, terwijl dat vóór 1 januari 1995 niethet geval was. Degenen die dan worden aangeslagen, dat wordt dan indirect gedaan, kunnen niet voor kwijtschelding in aanmerking komen. Wij dienen op dit punt een motie in met het verzoek aan het college om alles in het werk te stellen om voor deze huurders een gelijke behandeling mogelijk te maken als voor anderen. We hebben de motie al laten vermenigvuldigen. MOTIE De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda, stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 439