1 JUNI 1995
440
de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 1 juni 1995, ter behandeling van de
"Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen", agendapunt 121;
overwegende dat:
- kamerhuurders (of huurders van onzelfstandige woonruimte) voor 1 januari 1995 niet voor de
O.Z.B. werden aangeslagen;
- vanaf 1 januari 1995 als gevolg van nieuwe wettelijke regels de bedoelde huurders wel, via
bijvoorbeeld een huurdersvereniging, voor de O.Z.B. kunnen worden aangeslagen;
- bedoelde huurders niet voor kwijtschelding van de O.Z.B. in aanmerking kunnen komen;
- bedoelde huurders doorgaans tot de inkomenscategorie behoren die wel onder de financiële
kwijtscheldingsnormen valt;
verzoekt het college:
alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat de bedoelde huurders op gelijke voet gebruik
kunnen maken van de kwijtscheldingsregeling,
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Door de fractie van Groen Links is een motie ingediend, die motie voldoet aan de formele vereisten,
hij is al vermenigvuldigd, kan dus worden rondgedeeld en maakt onderdeel uit van de beraadsla
ging.
De heer BOER
Er zijn al een paar zaken over gezegd waarbij ik mij wil aansluiten. Wat ons vooral verontrust
is de enorme stijging, de verdubbeling van het aantal mensen dat een aanvraag doet. Dat betekent
dat de druk aan de onderkant van de maatschappij, de mensen met een minimum inkomen, groot
is. En in die zin is de kwijtschelding een druppel op de emmer. Ik heb verschillende kwijtschel
dingsprocedures mogen meemaken. Het wordt ze bepaald niet makkelijk gemaakt om tot die
kwijtschelding te komen. Er zijn vaak nogal wat ingewikkelde wegen om die te bereiken. Ik zou
toch willen vragen, als u tot verruiming van de kwijtschelding overgaat, om dat toch zo eenvoudig
mogelijk te maken. De mensen staan vaak onder hele hoge druk en kunnen papieren, ingewikkelde
formulieren eigenlijk niet meer aan. Een ander punt. In de commissie heb ik gevraagd en dat wil
ik voor de goede orde hier ook nog een keer doen, of u de mogelijkheid wilt bekijken om dit soort
betalingen maandelijks te laten plaatsvinden, omdat de huidige inkomens van die minima dusdanig
zijn dat ze geen gaten kunnen hebben. Op een gegeven moment zijn er zaken, zeker in deze tijd
van Hoogheemraadschap en O.Z.B.die tegelijk moeten worden betaald, ze hebben dan eigenlijk
geluk dat ook gelijktijdig de vakantiebijdrage komt, want dan kunnen ze het een met het ander
betalen. Als het maandelijks zou kunnen worden ingehouden, zoals bij de PNEM-voorschotten,
dan heeft men het liever wat hoger, zodat men bij de eindafrekening overhoudt. Dit soort zaken
zijn heel belangrijk. De voorzitter van de commissie heeft daarop geantwoord en ik heb dat
antwoord graag nog een keer vastgelegd in de raad.