1 JUNI 1995 445 De heer VAN HEUSDEN Wij hebben er bij twee gelegenheden redelijk uitvoerig over gesproken en derhalve nu een stemverklaring. Het biedt naar ons gevoel een goed evenwicht tussen enerzijds dat wat gevraagd is in de raadsmotie van 11 november 1994 en anderzijds de wens om de kosten toch zo beperkt mogelijk te houden. Positief waarderen we met name nog het streven naar een eenmalige afdoende rapportage en vooral de rechtstreekse rapportage aan de raad. De heer BOKKELKAMP Ik ben dit keer iets langer van stof. Als ik de heer Dubbelman hoor dan zeg ik: als je je zo kunt verenigen met de conclusies in de brief van Witteveen, die ik overigens volstrekt onvoldoende vond, want het zijn een paar losse grepen zonder echt inhoudelijk diep op de materie te zijn doorgegaan, dus als je die mening bent toegedaan, dan had je moeten besluiten om het onderzoek maar niet te doen, want dat scheelt 275.000,- die voor andere doeleinden geschikt zouden zijn. Dan mijn betoog. De laatste tijd, tot aan de dagvan vandaag, is mij en ook mijn fractieleden diverse keren gevraagd: is dat onderzoek nu nog nodig, moeten wij die 275.000,- daar nog aan spenderen? Want a. de schouwburg staat er al en iedereen begint de mening toe te doen dat het een schitterend gebouw is met schitterende mogelijkheden en b. de deskundigen zeggen dat 6 van de bouwsom en dat is dan wel iets vanuit de brief van Witteveen, nog niet zo'n gigantische overschrijding is, dus daar zou je mee moeten kunnen leren leven. Daarover hebben wij uitgebreid zitten discussiëren. Wij hebben er echt mee zitten dubben: moeten wij dat onderzoek nou wel doen of niet doen? Uiteindelijk zijn wij tot de conclusie gekomen, om een aantal redenen die ik hier nog zal aangeven, om het wel te doen. In eerste instantie, dat was op 11 november, hebben wij op een gegeven moment een motie ingediend waarbij wij vroegen om een extern onderzoek. Een extern onderzoek wil dan tegelijkertijd zeggen dat het een onafhankelijk onderzoek is. Of ik ben toen in die motie heel erg onduidelijk geweest, maar de collegepartijen wilden daaraan een nadere toevoeging doen, onder het mom van: het moet een alomvattend onderzoek zijn, het moet onafhankelijk zijn, er moet een commissie van 3 wijze mannen komen. Dan gaat in ieder geval de kassabei fors rinkelen. Uiteindelijk wordt het dan toch en daar ben ik erg blij mee, een extern onafhankelijk onderzoek. Dat is niet om te zeggen: wij hebben achteraf gelijk gekregen, lekker puh. Neen, er is een morele basis bezig geweest om iets in te zetten. De tweede reden waarom wij het noodzakelijk vinden dat dit onderzoek gaat plaatsvinden is de volgende. Het totale project heeft nogal wat wethouders gekost en leidde uiteindelijk indirect tot het aftreden van het volledige college. Ook dit feit op zich is al een rechtvaardiging voor dat nadere onderzoek. Er is een aantal beperkingen aangebracht. Er was een aantal opties in het onderzoek, voornamelijk ten aanzien van de te onderzoeken periode. Het moest een alomvattend onderzoek zijn voor wat betreft de periode 1992/eind 1994. Dat heeft natuurlijk onze volledige instemming. Die beperking is alleen maar nuttig en kostenbesparend. Maar dan wil ik wel zeggen wat wij bijvoorbeeld en dat probeer ik met een voorbeeld straks te larderen, als resultaat willen zien in het rapport. Met dat voorbeeld beginnend: in juni/juli 1993 waren er al wandelganggeruchten van overschrijdingen met 3 miljoen. In de besloten commissievergaderingen zijn er vragen over gesteld, er zijn schriftelijke vragen over gesteld, maar iedere keer werd dat ontkend. Wat wij nu willen weten zijnheel specifiek de data waarop bepaalde dingen bekend zijn geworden. Wat is er in de bouwvergadering bekend geworden? Wanneer is dat gedaan? Wanneer is dat doorgespeeld? En dat is niet om personen te schaden of wat dan ook, want zo zou het opgevat kunnen worden, maar ik wil daar ook lering uit laten trekken voor de toekomst. Die conclusies, hoe het precies liep, die moetje dan zelf trekken uit dat rapport. Maar als blijktdat er in de wandelgangen die geruchtenzijn, dan heeft de projectleidingc.q. het ambtelijk apparaat misschien bewust bepaalde informatie achtergelaten en achtergehouden, hopende op betere tijden, of het komt wel goed. Het kan ook zo zijn en dat zou dan wat vervelender zijn, dat de toenmalige portefeuillehouder een beetje naïef is geweest, dat hij de wandelganggeruchten heeft genegeerd. Dat is ook niet helemaal laakbaar. Of en dan zou het ernstiger zijn, maar dat neem

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 445