1 JUNI 1995
449
geen misverstand over ontstaan. Daarover hebben een aantal bureaus zich gebogen en we gaan
dus niet opnieuw een heel onderzoek doen of die exploitatie-opzet juist is. Als het gaat om het
betrekken in het onderzoek van personen, dat is ook een aantal keren in de commissie aan de orde
geweest, dan kan dat niet leiden tot een bepaald gerechtelijk onderzoek. Als u het per se wel wenst
te richten op een aantal personen, dan vraag ik me af of die personen nog mee wensen te doen
aan het onderzoek. Aangezien het geen gerechtelijk proces is kunnen wij niemand dwingen en
hopen wij met deze onderzoeksopdracht duidelijkde medewerking van iedereen te kunnen krijgen,
zodat wij ook boven tafel krijgen wat u boven tafel wenst te hebben. De brief van Witteveen en
Bos: ik heb geen behoefte om daarop te reageren. Ik heb u in de commissie gezegd dat ik er kennis
van heb genomen en dat ik u die informatie niet wil onthouden. Of dat dat tot een nieuwe trend
leidt, mijnheer Boer, dat zou ik niet weten.
TWEEDE TERMUN
De heer DUBBELMAN
Ik kan me beperken tot een hele korte opmerking aangezien de inhoudelijke argumenten die ik
met name richting pleidooi van de heer Bokkelkamp zou willen maken in feite al zijn gemaakt
door de heer Van Os: laat het onderzoek nu zijn werk doen en belast dat niet met een hypotheek.
Dat zijn opmerkingen die het misschien wel goed doen voor de publieke tribune, maar het lijkt
me in dit kader dat we dat kunnen doen als het onderzoek is afgerond met een rapportage
De heer BOKKELKAMP
Ik doe niks voor de publieke tribune, mijnheer Dubbelman. Ik geef het alleen aan met een heel
simpel voorbeeld, dat iedereen kan begrijpen, dacht ik. Ik verwacht dat er antwoorden komen
op vragen die wij hebben en de conclusies trekken we dan zelf welzonder enige persoon te schaden
of wat dan ook.
De heer DUBBELMAN
Dank voor uw toelichting, mijnheer Bokkelkamp. Tot slot. Misschien is het toch goed dat ik nog
een opmerking maak met betrekking tot het stukje geschiedschrijving voor zover het moties betreft
die over dit onderwerp in de raad aan de orde zijn geweest. Ik wil, uit mijn herinnering puttend,
opmerken dat er toch één accentverschil was met betrekking tot de motie die met name door de
VVD werd ingediend en door de benadering van de coalitiepartijen. De coalitiepartijen hebben
op dat ogenblik op de voorgrond gesteld: wat we ook doen, laat het bouwproces zo ongestoord
mogelijk voortgang vinden. Dat element werd nadrukkelijk door de coalitiepartijen naar voren
gebracht en heeft ons op dat moment dan ook aanleiding gegeven tot enige voorzichtigheid. Die
zaak is nu gelukkig beklonken. Wat dat betreft is de timing nu perfect om met het onderzoek te
beginnen.
De heer VAN HEUSDEN
Een enkele opmerking over de motie: hij lijkt me rijkelijk voorbarig, zonde van het papier.
De heer BOKKELKAMP
Wat betreft de motie het volgende. Ik kan hier echt niks mee en hij staat helemaal buiten de orde.
Het is niet de bedoeling van het onderzoek en we zien wel, maar de motie moet van tafel.
De heer CRUL
Een opmerking naar aanleiding van de exploitatie. Bij ons heeft het niet gespeeld of de exploitatie
helemaal opnieuw aan de orde zou moeten komen. Het ging erom of de hotelzaak en de Kazernezaak
nog bij het onderzoek zouden worden betrokken als ze in relatie staan tot de zaken van het Chassé.