19 juni 1995
8
uit puur democratisch oogpunt voor de hand. Echter, de minister van Binnenlandse Zaken heeft
anders beslist, maar ik wil het toch graag benadrukken. Ten aanzien van de profielschets: er wordt
een profielschets van Breda gegeven en een aantal ontwikkelingen dat Breda aangaat. Wat ons
opvielen dat is toch een kanttekening die mijn fractie graag wil maken, is dat het een aantal punten
is dat de grootsheid van Breda betreft, dus een grootstedelijk beleid, één van de vijf grote steden
in Brabant, het gaat om het Stadsgewest, het gaat om het Streekgewest, ook de projecten die vanuit
de Bredase samenleving zelf worden genoemd, een groot cultuurbeleid, een grootscheepse
reorganisatie van de binnenstad, de herontwikkeling van de binnenstad, kortom: grootsheid troef.
En het is, ik mag dat, denk ik, in deze raad wel zeggen, wij hebben dat eerder gedaan, ook een
beetje het profiel van de burgemeester die binnenkort van Breda afscheid gaat nemen. Wat ons
betreft zou het een goed ding zijn wanneer de burgemeester, naast de ontwikkelingen die op dit
moment in gang zijn, inderdaad behoorlijk sturing daaraan geeft, ook een burgemeester is met
een sociaal gezicht, een burgemeester die zicht heeft op de andere kant van Breda, met name de
noden die er zijn, er is ook armoede, er zijn wijken met verpaupering en ook daarin zal de
burgemeester wat ons betreft een rol behoren te spelen, en niet uitsluitend in grootschalige
projecten. Ten aanzien van de politieke voorkeur wil ik toch benadrukken, aansluitend op de
woorden van de heer Taks, dat in de stad Breda de Groen Links-fractie van gelijke omvang is
als de fractie van de VVD. Daarop aansluitend, ook Groen Links, dat weet u, is landelijk erg sterk
onderbedeeld met burgemeestersposten, dus als u de woorden van de heer Taks serieus wilt nemen
dan kunt u vanuit dezelfde motivering bijna terecht komen op een Groen Links-burgemeester.
Echter, de realiteit gebiedt ook om wat breder te kijken. Onze voorkeur ligt daar uiteraard, maar
tegelijk ondersteunt mijn fractie de woorden van de heer De Leeuw die aangaf met name dat ook
D66 in landelijk opzicht sterk ondervertegenwoordigd is met burgemeestersposten. Wij denken
dat de groei die D66 de afgelopen jaren heeft doorgemaakt ook een verdeling naar burgemeesters
posten in zicht behoort te brengen, dus mocht u niet uitkomen op een Groen Linkser dan zou onze
tweede keuze een D66-burgemeester zijn. In het onverhoopte geval dat het toch een VVD-
burgemeester zou mogen worden wil mijn fractie toch benadrukken dat wij zeer sterk pleiten voor
een democratische grondhouding die zij zal moeten uitdragen en dan met name in de positie die
de burgemeester inneemt in het minderhedendebat. Wij kennen landelijk de discussie-uitlatingen
die de fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer heeft gedaan, die op zijn minst breed
politiek als twijfelachtig worden aangemerkt en wij zouden het verkiezen wanneer de burgemeester
ook in dit soort maatschappelijke vraagstukken, die nogal doorleefd zijn in de bevolking, een heel
duidelijk standpunt inneemt en dat standpunt zou een ander moeten zijn dan dat van de fractie
voorzitter van de VVD te lande. Ten aanzien van de vrouw in deze procedure, waarvoor Breda
toch heel duidelijk opteert: onder punt VI van de profielschets is het volgende in afwijking van
wat landelijk gebruikelijk is: doorgaans is de formulering van advertenties in dezen dat bij gelijke
geschiktheid de voorkeur uitgaat naar een vrouw. Welnu, de commissie die tot deze profielschets
is gekomen heeft de formulering heel doelbewust, daarover is uitgebreid gediscussieerd, anders
geformuleerd. Men heeft gezegd, en ik denk dat dat een doorbraak is, dat een vrouw die op basis
van deze profielschets geschikt wordt geacht, dus niet: in gelijke mate geschikt wordt geacht maar
gewoon: geschikt wordt geacht, uitdrukkelijk de voorkeur heeft. Dat vergelijkingscriterium wil
deze commissie in ieder geval, en ik denk ook deze raad, graag eruit hebben en ik wens dat te
benadrukken. Daarbij teken ik dan graag aan dat op 14 juni onlangs in de Staatscourant de vacature
heeft gestaan en daar wordt nog uitgegaan van het in gelijke mate geschiktheidscriterium zoals
dat te doen gebruikelijk was. Ik zou u, evenals de huidige voorzitter van deze raad, willen
voorstellen om richting de minister van Binnenlandse Zaken te verzoeken om een nieuwe vacature
met inderdaad het gewijzigde criterium alsnog in de Staatscourant te doen plaatsen. Tenslotte de
procedure. Het zal u bekend zijn dat het Kabinet onlangs heeft besloten om uw positie als
Commissaris van de Koningin in zaken als burgemeestersbenoemingen in de toekomst niet alleen
uit te hollen, maar eigenlijk overbodig te maken, laat ik het zo maar zeggen. Ik denk, zoals de