29 JUNI 1995
459
De VOORZITTER
Ik deel u mee dat er een brief voor u klaar ligt die het college van burgemeester en wethouders
vandaag heeft gericht aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Die brief heeft betrekking op
de H.S.L. en gaat over de Breda-variant, zoals we die hebben genoemd, waar de commissie van
wethouder De Bruijn anderhalve week geleden over is ingelicht en waarover we vandaag met de
pers hebben gesproken. Ook naar aanleiding van de brief van mevrouw Jorritsma, waarvan het
goed leek dat u daar in ieder geval van op de hoogte was. U weet ook dat we vanochtend een
intentie-overeenkomst hebben getekend met de gemeente Prinsenbeek, waarbij de gemeentebesturen
van Prinsenbeek en Breda hebben afgesproken dat we inzake het HS .L. -gebeuren zoveel mogelijk
gezamenlijk zullen optrekken.
130. WIJZIGING SAMENSTELLING COMMISSIES EN STADSGEWESTRAAD.
De heer VERPAALEN
Ik dacht dat enige vergaderingen geleden er een voorstel was om geen leden van deze raad te
benoemen in allerlei commissies. Tot mijn verbazing wordt dat nu wel gedaan en als u een consis
tent beleid voert dan had dat moeten worden voorkomen. Dat was de enige opmerking.
De VOORZITTER
Ik denk dat de heer Verpaalen een verkeerde conclusie heeft getrokken uit wat dan ook. In de eerste
plaats gaat het hier over een aantal commissies waarin de gemeente Breda regulier een plaats heeft.
Daar moeten we sowieso de opengevallen plaatsen vervullen. In de tweede plaats: zolang Breda
haar lidmaatschap van het Stadsgewest nog nietheeft opgezegd, zullen we gewoon in de activiteiten
moeten participeren. Zulks staat in dit voorstel.
De heer VERPAALEN
Het gaat om de benoeming van de heer De Leeuw in een commissie.
De VOORZITTER
Ja, maar er is een vacature ter zake en zolang die commissie nog niet is opgeheven moet die
vacature worden vervuld en in dat kader wordt de heer De Leeuw benoemd. Hij heeft er trouwens
lang genoeg op moeten wachten, heb ik begrepen.
De heer VERPAALEN
Het gaat om de Bestuurscommissie Sociale Werkvoorziening. Dat is, dacht ik, een andere taak
dan normaal en wij hebben op een gegeven moment gezegd: wij proberen geen leden van de raad
in dit soort commissies te benoemen. U doet het nu wel en dat vind ik geen consistent beleid.
De VOORZITTER
Er bestaat een groot misverstand bij u. Wij hebben de afgelopen jaren, tijdens uw periode maar
ook daarvóór, gesproken over het fenomeen bestuurscommissies. Het college van burgemeester
en wethouders heeft gemeend om uit de meeste bestuurscommissies raadsleden te moeten
terugtrekken, omdat wij vinden dat het raadslid dikwijls in een onmogelijke positie komt, wanneer
hij als raadslid wordt geconfronteerd met het beleid van een organisatie waarvan hij in het bestuur
zit en vervolgens moet hij daar in de gemeenteraad het een en ander over zeggen. Wij vinden dat
over het algemeen een onduidelijke structuur. Daarom hebben wij daar op een aantal punten een
eind aan gemaakt. De bestuurscommissie die zich bezighoudt met de Sociale Werkvoorziening
is niet opgeheven. Daar zijn ook geen voorstellen over gedaan van de zijde van het college van
burgemeester en wethouders. Dat betekent dat die commissie gewoon blijft fungeren en dat de
gemeente Breda in het bestuur moet voorzien. In dat opzicht zijn we dus buitengewoon consistent.
De heer VERPAALEN
Neen, u moet voorzien in het bestuur maar niet in het benoemen van raadsleden. Het gaat niet
om de heer De Leeuw, het gaat om het benoemen van raadsleden in die commissie.