29 JUNI 1995
464
voor, omdat wij van de G.G.D. nooit en te nimmer een langdurige garantie zullen krijgen dat die
auto's daar worden gestald. De ambulancedienst kan best eens geprivatiseerd worden in de
toekomst. Als wij een garage-accommodatie voor de G.G.D. organiserenbij de brandweerkazerne
zouden we zelf het financiële risico lopen. Dat zijn wij niet van plan, vandaar dat we dat traject
hebben afgebroken. Het wordt nu een brandweerkazerne voor de stadsgewestelijke en gemeentelijke
brandweer voor het bedrag dat in de kredietaanvraag wordt genoemd bij de achtergrondinformatie,
niets meer maar ook niets minder.
Akkoord.
135. GEMEENTELIJK HORECABELEIDSPLAN DE DATO JUNI 1995.
De heer ADANK
Kort enkele opmerkingen. Eén: ten aanzien van de vliegende winkels waar we over gesproken
hebben, zou ik graag van de wethouder van Economische Zaken willen weten wanneer de
inventarisatie klaar is. Twee: naar aanleiding van de nota Regelgeving voor de Binnenstad, waarin
een en ander ten aanzien van het horecabeleid is geregeld, is een toezegging gedaan in de
commissie, althans ik heb dat zo geïnterpreteerd, dat het met name ook voor het uitgaansgebied
in het Ginneken zou gelden. Wordt daar werk van gemaakt? Het was een mogelijkheid die toen
geschetst is en wij zouden graag zien, gelet op de gigantische overlast die al jarenlang in het
Ginneken aan de orde is, en waarover nu gelukkig door gemeente en dorpsraad met de horeca
ondernemers overleg wordt gevoerd, dat er in ieder geval iets wordt gedaan aan de overlast. Als
daar een stukje regelgeving onder ligt, denk ik, dat dit tot minder overlast in de praktijk zal leiden.
Ik zou graag de stand van zaken over de mogelijkheden horen.
De heer PEETERS
Het beleidsplan is uitgebreid behandeld in de commissie, maar om het hier nou als een simpel
hamerstuk af te doen is naar mijn gevoel niet helemaal terecht. De horeca vervult een belangrijke
meervoudige functie in stad en samenleving en tegelijkertijd houdt dit vaak verband met allerlei
problemen die daardoor veroorzaakt worden. Ik zou nog een enkel aspect in het plan willen
benadrukken. Een belangrijke doelstelling is de versterking van de horecastructuur. Ik denk dat
het verder geen toelichting behoeft dat, wanneer die doelstelling gerealiseerd zou kunnen worden,
veel problemen voorkomen c.q. opgelost zouden kunnen worden. Maar het realiseren daarvan
heeft vooral te maken met bedrijfseconomische aspecten. En juist op bedrijfseconomisch terrein
heeft de gemeente nauwelijks sturende invloed. De enige weg, overigens een goede weg, die dan
overblijft is overleg, het maken van afspraken en het sluiten van convenanten. Het belang daarvan
wordt in de nota heel nadrukkelijk genoemd. En met het oog op dat belang dringen wij erop aan
dat van de zijde van de gemeente intensief gepoogd zal worden om met veel inzet te komen tot
het maken van die afspraken en het sluiten van dat soort convenanten. Ik denk dat daar ook een
draagvlak voor is, gezien de reacties van de betrokkenen bij de inspraak. Ik denk dat het model
van Visserstraat best aanspreekt.
De VOORZITTER
In de richting van de heer Adank, de vliegende winkels, hier zal de wethouder antwoord op geven.
Over de nota Regelgeving hebben wij u in de commissie toegezegd dat, zoals voor de binnenstad
is gebeurd, wij ook voor het Ginneken een nota Regelgeving zullen maken. Dat is de toezegging
die wij helder hebben gedaan, daar kunt u ons ook aan houden. Het betekent een specifiek op het
Ginneken toegespitste nota, waarin het complex van regels wordt samengevat en waaruit ook
duidelijk blijkt wat voor beleid we op dat punt voeren. In de richting van de heer Peeters: ik ben
blij dat hij ook nog eens in de raad het fenomeen convenant, als het gaat om het beïnvloeden van
de sfeer in de binnenstad, noemt. Wij hebben in de Visserstraat een voortreffelijke ervaring om
te zien hoe gemeente, horeca-ondernemers maar ook eigenaren van woonhuizen daar met elkaar
hebben samengewerkt. We zien dat die Visserstraat een geweldige revival doormaakt, om het
simpele feit dat jepubliek en privaat geld en publieke en private mogelijkheden en onmogelijkheden