29 JUNI 1995 481 van het Zuiden merkt op dat er hier geen deugdelijke financiële onderbouwing van dit hele verhaal lag, maar dan wijs ik er toch op wat wij uitgebreid en vertrouwelijk ter visie hebben gelegd en waarvan ik veronderstel dat het er wel aan voldeed. Wij hebben de exploitatie doorgerekend, we hebben de investeringen doorgerekend, we hebben opzetjes gehad en we krijgen er straks nog meer. Want uiteindelijk is de kredietvotering nog niet aan de orde. Dat komt nog. Ik vraag u op dit moment nog geen bepaald budget ergens voor. Ik geef u indicatief aan in allerlei onderliggende berekeningen wat het moet gaan kosten. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Bij interruptie, als u mij toelaat. De heer Van Raak blijft maar over die financiële onderbouwing praten, maar toen wij in Parijs zaten zoemde in de bus ineens het verhaal rond dat er een nieuw zwembad in Noord zou komen. Wilde verhalen, ik kon mijn oren haast niet geloven. Dat heeft heel lang geduurd. De commissie is een keer zelfs verdaagd geweest omdat de stukken niet klaar waren. Dan valt er plompverloren een voorstel uit de lucht. De stukken liggen niet eens ter visie op de gebruikelijke plaats, maar we moeten weer binnen kantooruren komen kijken bij de secretaris. Ik ben daar gaan kijken, heb de stukken nagelopen en het is helemaal niet goed financieel onder bouwd. De verschillen die ertussen liggen heb ik in de commissie zeer cryptisch omschreven en ik heb geen bedrag genoemd. U vond dat ik op het randje van de openbaarheid balanceerde. Het klopt helemaal niet, en u kunt niet naar de raad toekomen en zeggen dat hier een goed voorstel ligt, waarover goed is nagedacht, u heeft misschien 50 rapporten doorgelezen voor mijn part. Nee, het is gewoon een hap-snap-verhaal en dat wilt u niet toegeven aan de raad. Wethouder VAN RAAK Neen, omdat het ook niet waar is. Het feit Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Dat zegt u, voorzitter Wethouder VAN RAAK Neen, dat zegt de voorzitter niet. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Sorry, u bent nog geen voorzitter maar u wordt binnenkort vice-voorzitter. Wethouder VAN RAAK Laten we er niet te lang op doorgaan, want dat houdt op. Er zijn nog andere zaken aan de orde vanavond. Ik meen dat het verhaal redelijk onderbouwd is. Met betrekking tot de renovatie heb ik in de commissie ook al gezegd dat de aanvankelijke renovatievoorstellen die zo'n 2 3 jaar geleden zijn weggelegd, zijn gebaseerd op een onderhoudsrapportage van S.F.M. Dat verklaart veel, heb ik toen gezegd, want die onderhoudsrapportage is ook bij Wolfslaar gehanteerd en dat pakte toen vier keer zo duur uit. Ik veronderstel dus dat wat S .F.M. in haar gewone onderhoudsin- spectie gedaan heeft, niet al te diepgaand is geweest. Misschien is het een deel van de situatie, niet helemaal, op wat er bouwkundig en technisch nodig was. We hebben gevraagd aan Pelikaan, ik verwijs naar het raadsvoorstel op pagina 5, bij de Wisselslag, op basis van de nota Zwemmen in Breda: maak hier nu eens een renovatieplan voor. Ik schrok toen dat bedrag eruit kwam, dat wil ik best toegeven, ik geloofde het niet. Toen heb ik het gevraagd aan Oranjewoud, die het bevestigdeen volgens Oranjewoud werdhetzelfs nogmeer. En dat betekent heel simpel: wie geloof je dan? Straks komt het nog een keer in de aanbesteding. Dan hebben we een derde rapport, maar dan is het aanbesteed. Dan is het niet zo zeer indicatief, maar dan is de aannemer er ook aan te houden, veronderstel ik. Ander onderdeel van het betoog is dat je zou kunnen renoveren voor een bedrag van, laten we zeggen, 5, 6 7 miljoen, en dat we dan over tien jaar zouden kunnen bekijken of we aan een grootscheepse verbouwing toe zijn of dat we een nieuw zwembad neerzetten, rekening houdend met de demografische ontwikkelingen en de herindeling op dat moment. Ik be strijd dat. Ik denk wanneer je een gebouw inderdaad in tien jaar zou willen afschrijven, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 481