29 JUNI 1995 488 Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Ik geef u nogmaals de kans. Ik heb hier hoofdelijke stemming over gevraagd. U houdt zich niet aan het Reglement van Orde. U gaat nu ineens mijn woorden op een ander manier interpreteren, waardoor u zegt: dan kun je het wel zo doen. Maar dat heb ik niet gevraagd. Ik vraag een hoofdelijke stemming. Ik wil van elk raadslid horen of zij voor of tegen het voorstel zijn. De VOORZITTER Ik houd me precies aan het Reglement van Orde. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Neen, daar heeft u zich niet aan gehouden. Maar de avond is nog lang en er kunnen nog veel hoofdelijke stemmingen volgen, daar wil ik u voor waarschuwen. De VOORZITTER Ik stel vast dat we over verschillende onderdelen niet gaan stemmen, tenzij daar amendementen van wijziging over worden ingediend en dat het heel gebruikelijk is dat u in uw stemverklaring duidelijk maakt dat u wordt geacht tegen bepaalde onderdelen van de raadsvoorstellen te hebben gestemd. Dat doen wij al 5 jaar lang en daarvóór al 20 jaar lang, daar is dus niks bijzonders aan de hand. Ik blijf bij mijn conclusie Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Dus vanaf nu zal ik gewoon bij elke punt consequent hoofdelijk stemming gaan aanvragen, dat is wat u dan liever wilt hebben. U bent duidelijk geweest daarin, het zal een late avond worden. De VOORZITTER Punt 139 is aanvaard. Dan gaan wij thans over naar de koffiepauze. De vergadering is geschorst. PAUZE De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER De heer Boer heeft mij gevraagd om nog even precies uiteen te zetten hoe het nu zit met hoofdei ij ke stemmingen. Ieder lid van de raad kan te allen tijde vragen om over een agendapunt een hoofdelijke stemming te hebben. Dat staat in het Reglement van Orde en het betekent dat als een lid daarom vraagt dat we daaraan moeten voldoen. Dan moet er dus hoofdelijk worden gestemd. In het Reglement van Orde is ook een regeling opgenomen die beoogt op leden die tegen onderdelen van voorstellen geacht worden te willen hebben gestemd om daarvan een aantekening te krijgen. Dat is ook de gebruikelijke procedure. Daar wordt veelvuldig gebruik van gemaakt. Dan kunt u dus verklaren: ik ben tegen een onderdeel of tegen drie onderdelen, maar ik ben verder voor het hele voorstel. Het is misschien een beetje een misverstand dat ik de indruk had dat u over het totale voorstel hoofdelijke stemming wilde hebben. Dat kan dus te allen tijde en daar kan zelfs het besluit van de raad vanavond niks aan veranderen. Dat ter informatie even over de orde, op verzoek van de heer Boer. Dan voor de heer Leunisse, die zei dat hij geen brief had ontvangen van het college van burgemeester en wethouders. Ik heb voor mij liggen een brief de dato 16 februari, gericht aan de heer Leunisse, met als onderwerp de onderhoudsregeling openbare verlichting met allerlei interessante mededelingen over percentages. Ik heb ook een brief aan de heer Leunisse voor me liggen van 29 mei 1995 over datzelfde onderwerp, waarbij wordt gerefereerd aan de vraag tijdens de rondvraag van de raadsvergadering van 9 mei, waar ook afspraken zijn gemaakt over defecte lichtmasten. Die zouden worden gerepareerd vóór week 22 en eventuele gebreken welke niet verholpen kunnen worden zouden worden teruggemeld aan de dienst Stadsbe heer, aan de heer M. Hopman. Ik heb voor me liggen een notitie waaruit blijkt dat op 16 mei, 22.00uur 's avonds, een schouwactie heeft plaatsgevonden. De PNEM heeft daarover teruggemeld op 23 mei 1995, het tijdstip is niet vermeld. Daarbij zijn vastgesteld twee gebreken wegens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 488