29 JUNI 1995 489 materiaalgebrek, die niet direct konden worden hersteld. Dat is telefonisch gemeld via mevrouw G. van de Maagdenberg aan de heer J. Leunisse, staat er met een pijltje bij. Het is ook nog schriftelijk gemeld. Ik stel dus vast dat in ieder geval zijdens het college van burgemeester en wethouders, hetzij rechtstreeks, hetzij indirect, het antwoord is gegeven op een aantal vragen die door hem zijn gesteld en dat lijkt me iets anders dan wat de heer Leunisse mij aan het begin van deze rondvraag vroeg. De heer LEUNISSE Die laatste brief is mij niet bekend. De VOORZITTER Neen, maar u zei dat u helemaal nooit iets had ontvangen. Die laatste brief heb ik niet voor mijn neus liggen, alleen een notitie van de PNEM. Maar u zei ook dat u eerder geen brief had ontvangen en ik heb hier twee brieven voor mijn neus liggen, van 16 februari en 28 mei. De heer LEUNISSE Ik heb dus gemeld dat ik vanaf februari geen brievenheb ontvangen van burgemeester en wethouder wat betreft de raadsvergaderingen, omtrent de antwoorden op de vraag die ik dus heb gesteld bij de rondvraag. De VOORZITTER Zulks klopt ook niet want in de brief van 29 mei 1995 wordt expliciet gerefereerd aan de vraag die u heeft gesteld in de rondvraag tijdens de raadsvergadering van 9 mei. De heer LEUNISSE Nou, die laatste brief is me niet bekend. De VOORZITTER Dan stel ik voor dat u een klacht indient bij de PTT, waarin u melding maakt dat brieven die aan u gericht worden kennelijk niet bij u aankomen. Want ik kan het ook niet helpen verder. Dan hebben we hiermee dat punt van de rondvraag afgehandeld voor de eeuwigheid, kan ik hopen. Wat zei u? Ik rol hier voortdurend van het ene naar het andere hoogtepunt in mijn carrière. Het is nog lang geen vrijdagmiddag 16.30 uur, dus wij gaan nog gezellig door. Gaat u rustig uw gang. Wij lossen al uw problemen nog voor morgen 16.30 uur op. De heer LEUNISSE Zou ik alsnog de kopieën van de brieven mogen ontvangen? De VOORZITTER Ja, natuurlijk kunt u het ontvangen. Nog sterker, hier hebt u ze; ik heb er wat op zitten tekenen maar dat doet aan het antwoord niks af. Er staat een vrij abstracte tekening op, misschien wordt het wel een keer geld waard. De heer LEUNISSE Ik zou hem in dank willen aanvaarden. De VOORZITTER U krijgt twee exemplaren van de bode overhandigd. Er staat ook nog iets vermeld over mevrouw Van de Maagdenberg en de heer Leunisse. Er zijn nog wat aantekeningen, die betreffen het antwoord van de PNEM. U krijgt ze dus, ze liggen hier. 140. SUBSIDIEPLATFORM EN -PROGRAMMA ARBEIDSMARKTBELEID 1995.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 489