29 JUNI 1995 492 lopen. Bij de tweede studie, die van Zandvoort, lag het accent op de ruimtelijke inpassing en daarvan heeft de CD A-fractie, en velen met deze fractie, toch een beetje de schrik in de benen gekregen. Er ontstond een beeld van grote asfaltvlaktes, met name de westflank en daaraan gekoppeld, en dat is ook een belangrijk argument, het afsnijden van de Haagdijk als gevolg van deze asfaltvlakte. Er dreigde toen een patstelling te ontstaan. Het college heeft geprobeerd die te doorbreken door het voorstel zoals in de commissievergadering naar voren gekomen is in te brengen. Dat hield in gedurende vijfjaar proberen het autoverkeer op de flanken dusdanig terug te dringen, dat uiteindelijk door auto's en bussen tezamen gebruik gemaakt zou kunnen worden van één rijstrook. Dat werd dan de gefaseerde schampvariant genoemd. Lukte dat niet, dan was ondertunneling van de Karnemelkstraat het alternatief daarvoor. In de commissievergadering heeft de CDA-ffactie bij deze oplossing grote vraagtekens geplaatst. In de eerste plaats was het terugdringen van het autoverkeer zoals het daar verondersteld werd een enorm opgave, veel groter dan wij oorspronkelijk gepland hadden. Toen spraken wij over het terugbrengen van de groei. De bedoeling was nü om het verder terug te brengen, zelfs onder het niveau van dit moment en dat zou voor de CDA-fractie een vrijwel onhaalbare zaak lijken. In ieder geval zonder dat de economische bereikbaarheid van de binnenstad aangetast zou worden en ook zonder hele grote investeringen die gepleegd zouden moeten worden. Bovendien is het zo, dat wij dan gedurende vijfjaar in een forse onzekerheid zouden verkeren over wat er ging gebeuren. Ik denk dat in die situatie ook de oost-west-flanken moeilijk aan te pakken zouden zijn. Bovendien liepen we het risico dat investeringen gepleegd zouden worden, die na vijfjaar zouden blijken eigenlijk wegge gooid geld te zijn geweest. Dat heeft betekend dat wij in de commissievergadering een voorstel hebben gedaan, zoals dat nu ook in de raadsstukken is terug te vinden. In eerste fase in afwachting van verdere studie de bussen voor de Karnemelkstraat laten lopen. Ik zou eigenlijk niet willen praten over de Karnemelkstraat-variant. Het is gewoon de situatie van dit moment, weliswaar wat aangepast, maar niet de variant zoals wij die oorspronkelijk gepresenteerd hebben gekregen. Dan op korte termijn een verdere studie, een verdere uitwerking van de tunnelvariant, zowel financieel als technisch en de stukken spreken over het voorleggen van deze technische en financiële uitwer king bij de behandeling van het bestemmingsplan Binnenstad. Wij zouden ook heel graag de koppeling zien aan de verdere uitwerking van de oost-westflank en het verkeerscirculatieplan. Overigens is het zo dat ook de ondernemers en de bewoners van de binnenstad zich heel nadrukkelijk hebben uitgesproken voor deze aanpak van de tunnelvariant, in ieder geval het studeren daarnaar. In de stukken, en dat was nog niet eerder bij mij terecht gekomen, wordt naar voren gebracht ook op dat moment te kunnen beschikken over een indicatie van de extra maatregelen, die noodzakelijk zijn om de gefaseerde schampvariant in het leven te roepen. Ik denk dat het inderdaad goed is om informatie te hebben over beide varianten. Het neemt niet weg dat onze hoofdaandacht toch zal blijven uitgaan naar de tunnelvariant, waarbij ik wel wil aantekenen dat welke varianterookuitkomt sowieso hetverkeer op de flanken teruggedrongen zal moeten worden. Ik denk dat dat een voornemen moet blijven. Mocht uit de studie te voorschijn komen dat de tunnelvariant technisch of financieel niet haalbaar is, dan is afgesproken om op de schampvariant alles in te zetten wat nodig is om het verkeer terug te dringen naar één rijstrook of twee rijstroken als je heen en weer verkeer hanteert. Maar dat zal de nodige consequenties hebben en daar zullen wij heel nadrukkelijk op dat moment apart over moeten praten. Vraagteken blijft, en dat heb ik ook in de commissie al naar voren gebracht, de onduidelijkheid die rondom de subsidieverlening van de tweede fase nog steeds aanwezig is. U hebt in de commissievergadering aangegeven dat mogelijkerwijs daar ook de Provincie een rol in gaat spelen. U zou wellicht in uw eerste termijn daar nog wat verder op in kunnen gaan omdat de financiën ook hier, denk ik, een grote rol kunnen gaan spelen. De heer VAN GURP Na alle onderzoeken die daar inmiddels hebben plaatsgevonden en alle discussies die wij met elkaar hebben gehad, zowel hier als met de bevolking, mag je toch verwachten dat er een weloverwogen raadsvoorstel richting commissie en raad komt. Dat lag er ook naar onze mening. Het college koos ervoor om principieel eerst in te gaan op de uitwerking van de schampvariant en daar extra maatregelen te nemen, af te zien van een busbaan maar het busverkeer samen met het autoverkeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 492