26 JANUARI 1995 51 veel mensen er gebruik van gaan maken, waardoor het onbetaalbaar wordt. Ik moet u van de andere kant op het volgende wijzen, ik heb dat ook in de commissie gezegd, we hebben een groot aantal contracten, we hebben er op dit moment meer dan honderd in allerlei branches, in allerlei sectoren en het argument voor de winkeliers, voor de ondernemers en voor de instanties om een korting aan te bieden, of met coupons te gaan werken, of eventueel een voordeeltje te geven, of te adverteren in onze krant die we dus maandelijks laten verschijnen, of in het boekje het een en ander te doen opnemen, is juist het feit dat we een grote doelgroep hebben. Daarmee zijn we in feite zeer aantrekkelijk. En het commentaar van een groot aantal winkeliers was dan ook: kijk, nou verzorgt eindelijk de gemeente eens iets nuttigs. De gemeente zorgt er nou eindelijk voor dat wij een grote acquisitie bereiken en kunnen aanbieden, waar we zelf niets voor hoeven te betalen. En op grond daarvan is het aanbieden van kortingen, het aanbieden van allerlei andere regelingen, voor die winkeliers, voor die ondernemers, juist aantrekkelijk. Dus, wat u als een bezwaar ziet, werd door de winkeliers juist als een voordeel gezien en op basis daarvan hebben we dat grote aantal contracten kunnen afsluiten. De heer Verpaalen zegt: er is geen zicht op, op wat er op dit moment wordt aangeboden. Ik kan u, maar we zijn op dit moment nog met een aantal ondernemers aan het onderhandelen, in maart en misschien al in de commissievergadering van volgende week, een lijstje aanbieden met de contracten die reeds zijn afgesloten. De compensatieregel, daar sprak de heer Meeuwissen ook nog over. U weet dat in het kader van dat soort zaken weinig geld beschikbaar is. Dat betekent dat we daar zeer nauwkeurig de vinger op de knip moeten houden. Het is geen open eind-regeling, we hebben een beschikbaar budget. Van het gedeelte waarvoor we compensatie bieden houden we heel nauwkeurig bij wat dat betekent. Het gaat dan over die 4,~, die dan zo'n beetje geschat is, per deelnemer aan de pas en die we aan culturele instellingen, aan zwembaden, aan sportieve instellingen moeten besteden. Dus wat dat betreft hoop ik niet dat het een open eind-regeling wordt. Dat kan ook niet, want u stelt het bedrag op dit moment vast. TWEEDE TERMIJN De heer VAN FESSEM Ik vond het een zinvol antwoord, dus ik ben tevreden. De heer MEEUWISSEN Twee dingen. De wethouder ontkende in eerste instantie dat het ging om een reclamemaatregel. Maar even later vertelde hij toch dat een heleboel middenstanders blij waren dat er zoveel mensen waren. Dus in zekere zin is het dat natuurlijk wel. En dat is op zich ook helemaal niet zo erg en dat er veel mensen aan meedoen ook niet. U zegt: er is een bepaald bedrag beschikbaar voor compensatie. Dan kunt u wel zeggen: dat is het bedrag. Maar u komt er natuurlijk niet mee klaar als u zegt: dit is het bedrag en als u aan deze en deze voorwaarden voldoet dan komt u in aanmerking voor compensatie en dat u vervolgens halverwege het jaar zegt: sorry, maar we hebben nu inmiddels 3.000 mensen gehad, het geld is op, terwijl er nog meer mensen zijn die aan dezelfde voorwaarden voldoen. Dan moet er geld bij, dat is heel simpel. Ik wil dan ook nog graag van u horen hoe u dat denkt op te lossen. Ik denk dat je dat alleen maar kunt door van te voren een inschatting te maken, heel strakke criteria te stellen, tijdig bij te sturen en te zorgen dat het inderdaad geen open eind-regeling wordt. Ik ben niet zo stellig als u met te zeggen dat het geen open eind-regeling wordt. De heer VERPAALEN Het kan best zijn, als ik van de wethouder alle informatie krijg, dat ik dan kan zeggen: het is een goede zaak dat de Bredapas werd ingevoerd. Maar die informatie heb ik op dit moment nog niet. En ik ga niet voorstemmen voor zaken waarvan ik niet weet wat ze betekenen. II

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 51