29 JUNI 1995 510 1. niet akkoord te gaan met de voorlopige keuze van burgemeester en wethouders voor het ontwikkelingsvoorstel van Proper/Stok; 2. het college van burgemeester en wethouders op te dragen het ontwikkelingsvoorstel van Geerlings/Wilma nader uit te werken om te komen tot een ontwerp-samenwerkingsovereenkomst; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Door de heer De Leeuw is een amendement ingediend. Het amendement voldoet aan de formele vereisten, het kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld en maakt onderdeel uit van de beraad slagingen. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Er wordt thans wel een heel bijzondere situatie gecreëerd, namelijk het niet uitvoeren van een door de meerderheid van de raad genomen besluit. Het college meent zich daar van af te kunnen maken door een gesprek te hebben met de twee partijen en na weigering van een der partijen de zaak weer in dezelfde vorm en met hetzelfde voorstel op het bord van de raad te gooien. En dat zonder een raadsvoorstel met motivering en toelichting, maar met een briefje waarin het college meedeelt dat een der partijen niet wil meewerken. Maar daarmee is het door de raad in meerderheid genomen besluit niet van tafel. Het is normaal zo, en de heer Schroder doelde daar zoeven al op bij zijn ordevoorstel, dat wanneer het college aan de raad een voorstel voorlegt en de raad besluit daarop en het college meent dat gewijzigde omstandigheden en inzichten aanleiding zijn om het besluit te veranderen, u dan met een gemotiveerd voorstel komt en dit na commissiebehandeling in de raad brengt. Zo doet het college dat altijd. Maar dat doet u toch niet af met een briefje? De VVD-fractie vindt het een onderschatting van de waarde van haar raadsbesluit en dan drukken wij ons zeer eufemistisch uit. Een onderschatting, die in feite zijn weerga niet kent. Bovendien is er helemaal geen sprake van een gewijzigde situatie ten opzichte van wat in de vergadering van het betreffende besluit bekend was. De wat vreemde move van het college om op het moment dat de gemeenteraad en de politiek aan het woord waren, met de externe partners overleg te voeren, gaf de raad de informatie dat een der partijen niet wilde meewerken aan de uitvoering van het raadsbesluit, dat toen op het punt stond genomen te worden. Die wetenschap weerhield de meerderheid van de raad er niet van zijn eigen bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid te nemen en te besluiten zoals zij heeft besloten en dat zonder last en ruggespraak met belanghebben den. En dat wil de VVD-fractie en naar wij hopen alle fracties, óók de fracties die tegen het amendement hebben gestemd, ook graag zo houden. Een integer, democratisch en onafhankelijk genomen besluit. Dat behoort zó te worden uitgevoerd. Als de raad vanavond in meerderheid zou besluiten op basis van een simpel brieve het college in zijn voorstel te volgen, dan zou daarmee een precedent ontstaan waarmee het hoogste bestuursorgaan van de gemeente, namelijk de gemeenteraad, zijn faillissement tekent en dat kan niet de intentie zijn van het college en zeker niet van de raad. Ik ga nog even in op de procedure, zoals besloten bij de ontwerp-competitie. De VVD-fractie constateert dat keurig volgens die procedure is gehandeld. Nadat het college zijn voorkeur heeft uitgesproken, wordt het gevoelen van de commissie gepeild. Let wel, gepeild en niet om advies gevraagd. Deze peiling leverde op dat moment op dat de meerderheid van de com missie het gevoelen had dat zij met de keuze van het college grote moeite had en de raad daarover een uitspraak wilde laten doen. Dat was het gevoelen van de commissie, niet meer en niet minder. En dat gevoelen van de commissie heeft het college gerespecteerd en gevolgd en zo hoort dat ook. De raad heeft in meerderheid besloten dat de keuze van het college vooralsnog niet moest worden gevolgd, maar dat aan twee partijen moest worden gevraagd, alvorens een definitieve keuze te maken, om nog een verdere uitwerking te doen. Daar is niets mis mee en volledig volgens de besloten procedure. Dat men een andere uitkomst had verwacht van het peilen van de gevoelens van de commissie, is geen aantasting van de besproken procedure, maar gewoon het niet voldoen aan het verwachtingspatroon van een der betrokken partijen. Dus elk verwijt van welke partner dan ook is volslagen onterecht. Dreigementen met schadeclaims, die nog eens worden gevoed

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 510