29 JUNI 1995 522 De VOORZITTER Dat mag ik hopen, ja. De heer HEEREN Dat hoeft u niet, dat is de waarheid. Dat is de absolute, wezenlijke waarheid. Wethouder DE BRUIJN Ik zal niet ingaan op de discussie die tussen verschillende sprekers gevoerd is. Ik zal proberen datgene wat in de richting van het college is verweten en is opgemerkt aan de orde te stellen. We moeten constateren dat het amendement, zoals dat op 9 mei is ingediend en aangenomen door een meerderheid van de raad, een nadrukkelijk voorstel inhield, namelijk dat er in overleg gekeken zou worden op welke wijze een procedure gevolgd kon worden waarbij beide ontwikkelteams verder zouden werken aan het geheel, in competitie. Vervolgens zou, na overleg met de beide ontwikkel teams een procedurevoorstel gemaakt moeten worden. Dat waren de twee stappen die aan de orde waren. De eerste stap is natuurlijk het meest essentiële, want anders kom je nooit naar stap twee toe. De eerste stap heeft er in ieder geval toe geleid dat het college een gesprek is aangegaan op basis van de uitspraak van de raad, verwoord in het amendement. Dat amendement is toegestuurd aan beide ontwikkelteams en vervolgens heeft dat geleid tot een tweetal gesprekken, waarbij gevraagd is op welke wijze men dacht mee te werken aan het uitvoeren van de uitspraken van de gemeenteraad. Dat zijn uitgebreide discussies geweest waar heel wat over tafel is gekomen. Ik bespaar u dit allemaal. Om in ieder geval de essentie van de gesprekken helder te krijgen hebben wij aan de ontwikkelaars zelf verzocht hun mening, die ze daar kenbaar maakten, nog eens expliciet op papier te zetten. Dit om te voorkomen dat er ontzettende, nou, geen oeverloze, maar toch redelijk uitgebreide discussies zouden ontstaan over de interpretatie en weergave, die dan door de gemeente zou kunnen worden gemaakt. De ontwikkelaars hebben nadrukkelijk hun stelling ingenomen, hun opmerkingen gemaakt en die hebben zij vervolgens in de brieven zoals u die ook gekregen heeft, verwerkt. Een brief van 12 juni van het team Geerlings/Wilma en een brief van 16 juni van het team Proper/Stok. Deze brieven bevestigen exact datgene wat in de gesprekken naar voren is gekomen. Daar bestaat geen enkel misverstand over. En, in de richting van de heer Boer, dat betekent ook, hoewel het misschien wat parlementairder, of wat netter staat verwoord, dat het hartstikke helder is en dat is in ieder geval ook in het gesprek aan de orde gekomen, dat Proper/Stok negatief reageert op het verzoek van het college. Het verzoek van het college was mee te werken aan de uitvoering van het amendement, zoals door de meerderheid van de raad was aangegeven. De heer BOER Dat mag ik interpreteren als een harde weigering? Wethouder DE BRUIJN Ja. In de richting van de heer Schroder vervolgens. Hij zegt: had je dan niet de vraagpunten van Groen Links voor kunnen leggen? Ja, dat hadden we kunnen doen, maar we hadden een amendement van de totale raad uit te voeren en dat amendement strekte iets verder dan antwoorden te geven op vragen die Groen Links had gesteld. U ziet ook in het antwoord van Proper/Stok dat men de opmerkingen uit de commissie en raad best wil uitwerken en dat zij die ter harte willen nemen bij de verdere uitwerking van de plannen. Maar niet op de manier zoals in het amendement was gevraagd. Dus die lijn was ook afgesloten, naast het gegeven dat wij dan eerst een inventarisatie hadden moeten maken van de vraagpunten zoals Groen Links die in ieder geval al had ingediend bij het college. Ook bij de andere ondertekenaars van het amendement en ieder geval bij de hele raad, want het was een raadsbesluit. De conclusie die wij hieruit getrokken hebben, mevrouw Van Beusekom noemde het de conclusie van het college, althans nu zeg ik het maar in eigen woorden, anders citeer ik haar fout en mijn geheugen is niet zo geweldig dat dat leidt tot exacte weergave, die conclusie lijkt in een twijfelachtig daglicht te staan en u vraagt zich af of er wel sprake is van een zuivere interpretatie. Omdat uiteraard een verschillende interpretatie mogelijk zou kunnen zijn, hebben wij daar wat juridische informatie op nagevraagd bij onze stadsadvocaat. Hoe moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 522