29 JUNI 1995 526 er met twee partijen doorgegaan werd. Wij wisten op een gegeven ogenblik al in de raadsverga dering waar het besluit viel om dit zo te doen, dat één van de partijen toen eigenlijk al niet bereid was om mee te doen. Wij vinden dat iemands vrije keus, maar aan de andere kant denk ik wel dat recht overeind blijft staan dat de raad zijn werkwijze bepaalt op het moment dat daar ook de ruimte voor is. Want ook op het moment dat de commissie het gevoelen uitsprak een uitspraak te laten doen door de raad, toen is dat ook door het college gerespecteerd en zo hoort dat ook. En wanneer een der partijen zegt niet mee te willen werken, vrije keus, maar het heeft wel gevolgen. Dat wij dan toch meegaan met een amendement ingediend door Groen Links, is omdat wij ook altijd gezegd hebben: er zijn twee partijen boven blijven drijven. Wij willen het niet zo op de spits drijven, dus willen we opnieuw proberen in alle ernst de andere partij ervan te overtuigen dat, wanneer je zelf de keuze maakt om zo laconiek met een raadsbesluit om te gaan, daar gevolgen aanzitten. Misschien is dat niet duidelijk genoeg overgekomen. En dat is ook de reden dat wij zo fair willen zijn om dat te proberen. Daarnaast kijken we naar de raadsmeerderheid die toen die keuze gemaakt heeft. Maar als je nu kijkt, vorige keer keek, en naar de commissiever gadering keek, kunnen wij ook niet onder stoelen en banken steken dat onze eerste keuze Koolhaas is. Vandaar ook ons amendement. Aan de andere kant vinden wij datje als raad niet zo met je mag laten spelen en het college doet nu alsof ze de raad eigenlijk niet serieus neemt. Maar ik reken in dit geval het college het niet zo aan omdat ze in feite daartoe gedwongen wordt door een van de partijen daarbuiten. Wij vinden dat een buitengewoon ernstige zaak en het zou natuurlijk het allerbeste zijn om direct voor Koolhaas te kiezen, het amendement van D66, het amendement van de VVD. Aan de andere kant zeggen wij: als dat zo moet zijn, dan moet dat zo zijn en dan wordt er misschien ook recht gedaan aan de uitspraak van een meerderheid van de raad op dat moment: het besluit van de vergadering van 9 mei. De heer SCHRODER Aansluitend op de woorden van de heer Van de Steenoven, in zijn eerste termijn, sluit ik zeker niet uit dat er aan de zijde van Proper/Stok tactische overwegingen zijn die een rol spelen bij het nee zoals dat op dit moment op papier staat en naderhand ten overstaan van mij nog eens een keer is uitgesproken. Wellicht dat we daar strikt genomen als marktpartij, die we als raad gelukkig niet kunnen sturen, respect voor moeten hebben. Aan de andere kant heeft mevrouw Van Beusekom gelijk wanneer ze praat over het volledig minachten van het besluit, zoals dat door de raad in meerderheid is genomen. Ook dat kan van een van de partijen niet zonder meer geaccepteerd worden. Een inspanningsverplichtingaan die zijde zou ik toch ook graag willenzien, zeker wanneer het ook gaat om inhoudelijke vraagpunten waar de raad mee worstelt. De ene partij meer, de andere partij minder. Dat betekent dan dat er, dan kijk ik niet alleen naar Proper/Stok, dan kijk ik ook naar het college, een volstrekte inzet wordt verwacht op de uitvoering van het amendement. Inzet op welke vraagpunten, welke dingen, welke samenwerking we samen nog kunnen realiseren om dingen richting raad helder te maken en bij te dragen aan de kwaliteit van de besluitvorming. Ik realiseer me erg goed dat ook de marktpartij Proper/Stok, wetend dat ze door het college als winnaar is aangewezen, nu wordt geconfronteerd met het feit dat een amendement met een geringe meerderheid wordt aangenomen. Vervolgens gaat datzelfde college dat het amendement heeft ontraden en een uitgesproken voorkeur heeft, onderhandelen met een marktpartij die ook al vindt dat ze als winnaar uitgeroepen had moeten worden. Dan verbaast het resultaat ons niet en dat betekent inderdaad, dat wat ons betreft er wat meer inzet moet komen om tot daadwerkelijke uitvoe ring van het amendement te komen en tot nadere onderbouwing. De heer De Leeuw noemde bijvoorbeeld het milieuaspect, als zijnde een van de punten die voor hem nadrukkelijk de doorslag gaf voor het plan Geerlings. Wij zien dat punt ook, maar wij vinden dat dat punt zich juist ook leent voor nadere onderbouwing in beide plannen, zodat we ook op dat punt tot een nadere afweging kunnen komen. Juist omdat we op dat soort essentiële punten onvoldoende geïnformeerd zijn. We zitten op dit moment met een herhaald nee van de partij Proper/Stok. De eigen kansen, de eigen risico's inschattend die deze totale procedure met zich heeft meegebracht, zou het wellicht een suggestie zijn, en ik speel de bal maar terug richting CDA en de PvdA, om dit argument te ondersteunen en laat het signaal doorklinken bij beide projectontwikkelaars, zodat zij weten dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 526