30 JUNI 1995 547 grootste partijen vertegenwoordigd zijn. Als we kijken naar de verschillen van inzicht tussen de grotere partijen en de Bredase gemeenteraad, dan waren en zijn die op de meeste punten overbrugbaar. Daarin kan dus geen reden liggen elkaar als coalitiepartner uit te sluiten. Ik blijf het dan ook betreuren dat vorig jaar december een dergelijk college kennelijk niet tot de mogelijkheden behoorde. De huidige krappe meerderheid vraagt zijn partijen wel om meer dan voorheen uit te leggen waarom bepaalde besluiten worden genomen en wat daarbij de alternatie ven zijn geweest. De gemeenteraad is het forum bij uitstek om de verschillen van inzicht, en dat is in de politiek heel gezond, te duiden en uit te leggen. Een fel debat bevordert daarbij alleen maar de interesse voor de lokale politiek maar ook dat debat kent zijn grenzen. Het respecteren van die grenzen, ook hier in de raad, betekent daarbij ook een bijdrage aan de bloei van de plaatselijke democratie. In deze jaren is er in de raad en in de media ook met enige regelmaat gediscussieerd over het ambitieniveau van Breda. Voor sommigen heeft onze stad te veel ambitie en dan werd er soms met een schuin oog naar de burgemeester of naar het college van B&W gekeken. Voor anderen is het vanzelfsprekend dat een gemeente als de onze de nodige ambities koestert. Het is niet meer dan normaal dat daarover in de politiek en ook buiten de politiek wordt gediscussieerd maar voor mij staat vast dat een stad met de omvang van Breda zichzelf afschrijft, als zij geen ambities koestert. De stad, die zichzelf en haar voorzieningen, niet vernieuwt die haar inwoners niet zelf kan huisvesten en die onvoldoende werkgelegenheid kan bieden aan haar inwoners, verliest op den duur haar veerkracht en vitaliteit. Ik besef overigens heel goed het spanningsveld waarin dit type discussies plaatsvindt. In Breda ontvan gen zo'n 7.000 mensen een uitkering en de helft daarvan is waarschijnlijk blijvend aangewezen op financiële steun van de overheid, ondanks banenplannen en andere vergelijkbare activiteiten. Dat aantal is onaanvaardbaar hoog, omdat hiermee een deel van onze bevolking wordt uitgeslo ten van normale maatschappelijke processen. In de bezoeken die wij als college in de afgelopen jaren hebben gebracht aan buurten en wijken in deze stad, hebben we het gevaar leren kennen van de dreigende segregatie, evenals de gevoelens van onzekerheid en onveiligheid die hiermee gepaard gaan. Het benadrukt de noodzaak voor de gemeentelijke overheid tijd en geld te investeren in het versterken van de maatschappelijke samenhang. Die verantwoordelijkheid komt juist de laatste tijd in zijn volle omvang op de gemeente af, nu de decentralisatie, zoals het Rijk die ziet, duidelijk voelbaar wordt. Die omstandigheden vragen van de politieke partijen in Breda de zorg voor een evenwichtige, ik mag wel zeggen, duurzame ontwikkeling van de stad en eens te meer uit te leggen dat die investeringen in de toekomst van de stad nodig zijn. In dit verband wil ik u eraan herinneren dat in Breda de afgelopen jaren voor vele honderden miljoenen aan investeringsprojecten is opgezet. De loco-burgemeester noemde ze al. Het gaat daarbij om investeringen in de particuliere en in de overheidssector en een groot deel van die projecten is rechtstreeks gericht op het scheppen van werkgelegenheid of op het in stand houden van bestaande werkgelegenheid. Behalve de bekende zaken als bibliotheek, Nieuwe Veste en het Chassé Theater, zijn er ook op het terrein van het onderwijs, de nieuwbouw van N.H.T.V., de Hogeschool West-Brabant en het Florijn College in onze stad belangrijke stappen gezet. Al die zaken samen maken dat Breda ook in de toekomst een stad blijft voor alle burgers. Ik prijs me gelukkig burgemeester te hebben mogen zijn van een stad, waarin ruim 11.000 allochtonen op een ontspannen wijze samenleven met hun mede-B redanaars. Dames en heren leden van de raad, Breda is onmiskenbaar een stad met uitstraling, elan en warmte. Een stad met een enorme potentie, die nog bij lange na niet in alle opzichten wordt benut. Een stad ook met een eigen bestuurscultuur, zeker niet de gemakkelijkste. Als de herindeling doorgaat op de wijze zoals Breda die voorstaat, dan zal het bestuur zich moeten instellen op een andere tijd, andere omstandigheden en een andere bestuurscultuur. De forse reorganisatie van het ambtelijk apparaat die wij twee jaar geleden hebben doorgevoerd, resulterend in een aanzienlijke vermindering van het aantal diensten, zal nu haar effecten moeten opleveren. Effecten, als het gaat om het efficiënter, directer en klantvriendelijker bedienen van de burgers tegen minder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 547