21 SEPTEMBER 1995 562 De heer DE LEEUW Een lang traject: de invulling van het Chasséterrein. We zijn er met zijn allen op een wijze aan begonnen waarvan we dachten: jongens, dit is een goede zaak, dit heeft ook gelopen over een langere periode, tot een hele goede zaak, waarin decompetitie heeft gedraaid, waarbij deontwerpen die daaruit naar voren zijn gekomen van behoorlijke kwaliteit bleken te zijn en waarbij er twee toch met kop en schouders bovenuit staken. In de discussie die daarna is gevolgd op verschillende momenten in zowel commissie als raad, is daarop ook op verschillende wijzen ingegaan, is er uitgebreid gediscussieerd, naar mijn mening, is er ook intens gediscussieerd, met respect voor eikaars opvattingen. De verdeeldheid hierover, de keuze wat dat betreft tussen de twee laatste, die dus de beste ontwerpen waren, liep niet alleen hier door de raad, ik heb het al eerder gezegd: die liep ook eigenlijk dwars door Breda, als je de meningen daarover een beetje peilde. Tot voor het weekend en nog direct na het weekend lag er een voorstel van het college op tafel om de competitie af te blazen op grond van een aantal zaken zoals die zijn verwoord in dit voorstel, met name dat er geen meerderheid te behalen was zowel voor het project van Koolhaas, middels het amendement ingediend, en het project van Bhalotra, dat via een raadsvoorstel was ingediend. Juridisch gezien, zo hebben wij in de afgelopen commissievergadering duidelijk gemaakt, konden wij begrijpen dat het college met een voorstel kwam om de competitie af te blazen, alhoewel wij in onze ondertoon natuurlijk ook duidelijk hebben gemaakt dat wij dat heel jammer vonden en dat, wat ons betreft, de kans om nog eens te kijken een goed project boven tafel te houden, tot de mogelijkheden zou moeten kunnen behoren. Direct nadat bekend werd dat er een mogelijke nieuwe oplossing was aangediend doordat verschillende partners, die nu nog binnen de competitie twee verschillende groepen partners zijn, een of andere vorm van samenwerking hierin zouden kunnen vinden op basis van het project van Koolhaas, verblijdde ons dat heel erg, maar het werd door verschillenden toch ook weer opgepikt als: de markt gaat een beetje dicteren. Als ik vandaag het stuk uit De Stem lees dan denk ik: is dat zo? Is het zo dat de markt wat dat betreft gaat bepalen en uitmaken wat er hier in Breda gebeurt? Ik kan dat namens mijn fractie volmondig ontkennen, dat is niet waar, dat is gewoon keihard: neen. Wij krijgen vanavond hier een keuze voorgelegd door het college. Een keuze waarbij wij kunnen stellen of wij al dan niet doorgaan op deze weg. Dat is een politieke keuze en die keuze maken wij nü en die maken niet de verschillende maatschappijen die hiermee bezig zijn geweest. We moeten opnieuw kijken naar het programma van eisen. Als je naar het juridisch rapport kijkt dan staat er ook: de competitie moet worden afgeblazen en vervolgens zul je dan weer naar het programma van eisen moeten kijken: programmatisch, juridisch en financieel. Aan alle kanten krijg je ook weer de openheid, die in feite eigenlijk vanaf het moment van de keuze door het college verstard is geraakt omdat de competitie daarna geen ruimte meer bood. De competitie was afgesloten en alle andere informatie die daarbij een rol heeft gespeeld, kon in wezen in de afweging bij het college niet meer echt worden meegenomen. Wantje hebt iets afgesloten en dan moetje een keuze maken. Door nu de competitie af te blazen wordt die ruimte weer in zijn geheel geboden en kunnen wij daar verder op ingaan. Wat ons betreft, als je dan naar het programma van eisen gaat kijken, vragen wij zeer zeker en heel nadrukkelijk aandacht daarvoor. Wij hebben hier in de raad daarover een uitspraak gedaan en wij willen hierbij het college dus nog eens goed en met klem daaraan houden en ik hoop dat u ook eventjes erop in wilt gaan. In de discussie is vaak ook aan de orde geweest, de heer Sinke is daarop al enigszins ingegaan, datje als je de competitie afblaast, dan met de vijf projecten, de vijf plannen in feite, niet veel verder meer zou kunnen gaan. Het laatste juridische advies dat we hebben gekregen geeft aan dat, als je in de randvoorwaarden en het programma van eisen en het feit dat twee van de partijen met elkaar samen willen na afsluiting van de competitie, die ruimte nu wel wordt geboden. Maar net als de heer Sinke wil ik toch wel vragen of het afblazen van de competitie het voorstel dat nu op tafel ligt niet in de wielen rijdt. Verder zijn we benieuwd, de heer Sinke heeft dat ook al een beetje vertaald, op welke manier, maar ook op welke termijn, wij nu kunnen praten over het verder vaststellen van het programma van eisen en alle zaken, met name

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 562