21 SEPTEMBER 1995 569 De heer SCHRODER Ik ga liever door met mijn betoog. De VOORZITTER U krijgt daarvoor alle ruimte, mijnheer Schroder. Wethouder DE BRUIJN Mag ik dan nog even interrumperen? Voor de geschiedschrijving, dat is altijd handig voor als ik straks ook nog moet antwoorden: u praatte daarnet over de laatste commissievergadering waar het college zei: we moeten het afblazen en we kunnen niet anders, waarop u zegt: dat was een wat star antwoord. Ik herinner mij toch nadrukkelijk van die commissievergadering dat u hebt gezegd: dat komt het dichtst bij datgene wat wij willen, want dan hebben wij de mogelijkheid om na het afblazen van de competitie met die twee nog eens een keer verder te gaan. Dus wat betreft dat afblazen waarvan u zegt, in mijn woorden: het college had het moede hoofd in de schoot geworpen, komt dat op mij dan wat vreemd over. De heer BOER Wat de heer De Bruijn zegt staat niet zo in de notulen die wij vanavond hebben ontvangen. De heer SCHRODER Laat ik in de richting van de heer Verpaalen zeggen dat de heer De Bruijn een juiste weergave geeft van datgene wat ik vorige week in de commissie naar voren heb gebracht, toen nog denkend dat, binnen het voorstel zoals geformuleerd in de brief van GroenLinks richting college om inderdaad de kar vlot te trekken, ook weer met twee planontwikkelaars (Bhalotra en Koolhaas), binnen dat gegeven, inderdaad beëindiging van de ontwerpcompetitie de beste oplossing leekMaar ik heb daarbij ook meteen gezegd dat die hele stellingname, mits er inderdaad een gezamenlijke bereidheid was om opnieuw die kar van de besluitvorming los te trekken, onderhandelbaar zou zijn, dat we daarover samen konden discussiëren hoe we dat zouden doen. Dus ik was er niet al te star in op dat moment. De heer SINKE U kondigde wel alvast een amendement aan. De heer SCHRODER Ik heb aangekondigd dat ik eventueel daarop een amendement zou indienen, als het uitsluitend, wat ik dan noem de gezapigheid bleef van: ja, we blazen het maar af en we wachten maar af wat er nog eens een keer vanuit het college komt. U zegt zelf: we hopen toch alsjeblieft dat het college heel erg snel met besluitvorming komt, en verder legt u zich maar daarbij neer. Neen, als ik dat had kunnen doorbreken, dit soort slaperigheid, dan had ik dat graag met een amendement gedaan, maar dat is dan vanavond niet meer nodig. De heer SINKE Voor de zoveelste keer, dat heb ik u al een paar keer verweten, u slaat wegen in die dood blijken te lopen. En dat is al een paar keer zo gebleken. De heer SCHRODER Voorlopig kennen we nog het amendement van 29 maart. Dat liep inderdaad dood, omdat noch het college noch een van de ontwikkelaars er aan wilde. Het was wel een raadsbesluit. De meerder heid van de raad vond dat ia

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 569