21 SEPTEMBER 1995 590 dan eerder aan het bouwen zijn. Dus de tijdsvoorsprong, door het nu aanwijzen voordat we exact weten wat er op het Chasséterrein op welke wijze wordt ingevuld, hebben we daar niet mee. Het enige wat we daarmee bereiken is dat we richting PARA exact kunnen zeggen: jullie gaan er komen, dan weten jullie dat, en daarmee kun je dan rekening houden. Dat is het enige, maar de enige zekerheid die we nu al hebben gegeven is: het Chasséterrein wordt het. De heer SCHRODER Maar geldt dat niet tegelijk voor al datgene wat het college in punt 2 van het voorstel formuleert? Namelijk: binnen nader vast te stellen uitgangspuntenen randvoorwaarden? Dan ben je toch bezig om doodgewoon daaraan te morrelen en te zeggen: hier gaan we nu vanuit, afstand nemen van het plan van eisen zoals dat eerder is geformuleerd bij het aangaan van de ontwerpcompetitie, er zullen dingen moeten worden aangescherpt we hebben nu inmiddels nieuwe ideeën ontwikkeld waarmee rekening zal moeten worden gehouden. Waarom maakt u nu een uitzondering voor PARA? Voor PARA, zegt u, willen we dat nog niet invullen, maar wel voor andere dingen. Wethouder DE BRUIJN Voor alle helderheid: er is een randvoorwaarde, dat PARA namelijk op dit terrein komt, dus die randvoorwaarde moet worden meegenomen. Waarom zeggen we niet, zoals we nu discussiëren over de Kloosterkazerne, die staat daar toevallig en daar willen we wat tegenaan bouwen, dat we dat ook uitstellen als het ware voor randvoorwaarden? Omdat op een gegeven moment de randen nadrukkelijk een randfunctie hebben en daar zou u ook kunnen zeggen: daar zetten we PARA in weg. Maar op het moment dat we midden op het terrein een dergelijke functie wegzetten betekent dat planologisch nogal wat voor de mogelijkheden die de invulling van de rest van het terrein heeft. Dat is het probleem dat ik op dit moment heb met het op deze manier zeggen: daar is de beste locatie, dat moet het worden. De heer SINKE Over problemen gesproken, wij beginnen langzamerhand problemen te krijgenmethet voortdurend vooruit schuiven van de keuze voor PARA. Hebt u dan een alternatief in gedachten, dat op een bijzonder korte termijn ligt, want 12 oktober was voor ons eigenlijk al veel verder dan de volgende commissievergadering. Wethouder DE BRUUN Nu vraagt u aan mij om gissingen: hoever staan we op een bepaald moment met welke ontwikkelin gen, maar ik zou me best kunnen voorstellen dat, op het moment dat we in oktober helderheid hebben gegeven over het program van eisen en de randvoorwaarden, in die tijd moet u toch denken want dan hebben we de hele zaak tegen het licht gehouden en doorgenomen, we de eerste stedebouwkundige schets tegen het eind van het jaar aan de orde zullen hebben. De heer SINKE Dat is me te ver en veel te onduidelijk. Wethouder DE BRUIJN Ik kan u daarover geen verdere helderheid geven, laten we daarin helder zijn. De duidelijkheid om PARA ergens neer te zetten hadden we natuurlijk met z'n allen eerder kunnen hebben, maar die hebben we helaas niet en dat hebben we ook met z'n allen geconstateerd. Over de compensatie van de heer Boer heb ik het gehad, ik ben het niet met zijn constatering eens, ook niet met de constatering van mevrouw Van Beusekom, maar zij hoeft daarover ook geen discussie meer, heeft ze zelf aangegeven. Dat neem ik dan even voor kennisgeving aan. Ik denk dat ik het dan heb gehad, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 590