21 SEPTEMBER 1995
597
worden om adequaat en goedkoop, met name in deze volgorde ook, te kunnen bieden. Het
deelbudget voor woonvoorzieningen is fors overschreden, staat er in de stukken. U spreekt over
een nog niet zorgwekkende ontwikkeling. Wij gaan er vanuit dat u dat goed in de gaten houdt en
ons als raad via de commissie op de hoogte brengt van de stand van zaken. Wij hopen dat de WVG
nu en in de toekomst een positieve invloed heeft voor de minder-validen in Breda.
De heer ONG
In de commissie hebben wij ook uitgebreid erover gesproken en wij delen het standpunt dat de
vorige spreker heeft uitgesproken. Wij hadden alleen nog maar een enkele opmerking in de
commissie en ik wilde die toch herhalen: dat datgene wat we thans van u krijgen voorgelegd naar
onze mening eigenlijk niet echt een evaluatie is. Het is een opsomming van dingendie zijn gebeurd,
niet een echte evaluatie. Wij wachten en hopen dat er spoedig een evaluatie komt waarin wordt
gesproken over de wijze waarop de dienstverlening, het verstrekkingenbeleid en het kwaliteitsbeleid
ook echt aan de orde komen.
De heer PEETERS
Via de pers is meerdere malen gewezen op het feit dat de gezamenlijke gemeenten zoveel miljoenen
hebben overgehouden aan de WVG-gelden. Dat zou een verkeerd beeld kunnen doen ontstaan,
waarmee ik ook weer niet gezegd wil hebben dat het allemaal kommer en kwel is. De zorg die
we bij de start, bij de decentralisatie hadden met betrekking tot de financiële kant van deze
maatregel, is in ieder geval voor een belangrijk deel weggenomen. Maar we moeten ons wel
realiseren dat de WVG nog in een aanloopfase zit en daarmee kan de evaluatie, ik spreek in
tegenstelling tot de heer Ong toch wel echt van een evaluatie, het gaat hier over de evaluatie van
de uitvoering, maar een beperkte betekenis krijgen. We wachten dus met belangstelling de nadere
evaluatie af. We stemmen uiteraard in met de voorstellen zoals ze er liggen, maar we zouden willen
pleiten voor het ook in de toekomst reserveren van de WVG-gelden, zodat ook daarmee de
ontwikkelingen waarop in de rapportage al wordt gewezen, in ieder geval op een goede wijze
kunnen worden opgevangen. We moeten ons blijven realiseren dat het hier gaat om de doelstelling:
het zo volwaardig mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving door gehandicapten.
De VOORZITTER
In de richting van de heer Ong zou ik willen antwoorden dat het niet uitgeven van die 3,5 miljoen
een groot aantal redenen kent. U kent ze, we hebben ze uitgebreid opgesomd: het feit dat een groep
ouderen in feite nog een vorm van onderbenutting heeft, het feit dat we rolstoelen niet in de koop
hebben maar in de huur, het feit dat het gebruik van de deeltaxi aanmerkelijk minder oploopt dan
wij hadden voorzien, ergens bij de helft blijft steken, en dat soortzaken meer. Wij dachten indertijd
een goede raming te hebben gemaakt, maar die raming bl ijkt dus door de real iteit te zij n achterhaald
en we hebben hier dus in feite nieuwe ramingen gemaakt. Dat zeg ik ook in de richting van de
heer Figlarek, er liggen nieuwe ramingen, die zitten bij het raadsvoorstel. Het zou kunnen
betekenen, volgens die ramingen, dat we inderdaad rondom het jaar 2000 ergens naar beneden
zakken gegeven de cijfers van nu. Wij hebben ook toen, en dat heb ik ook in de commissie gezegd,
uitgesproken dat wij jaarlijks zullen proberen die ramingen bij te stellen en dat we op tijd zullen
moeten komen met bijstellingen, wil je niet het effect krijgen waarover de heer Figlarek spreekt,
dat mensen plotseling in een soort valkuil terecht komen, terwijl ze gewend zijn aan een bepaald
niveau en dan opeens dat zullen moeten gaan missen. Dat zal dan veel geleidelijker moeten, dat
moeten we van tevoren uitgebreid kunnen zien aankomen. Ik denk dat dat gewoon onze taak is.
In de richting van de convenanten met de woningbouwcorporaties: u weet, er wordt aan gewerkt,
de heer De Bruijn heeft dat op zich genomen en ik heb begrepen dat binnenkort die convenanten
enige uitspraken zullen doen van de zijde van de woningbouwcorporaties in de richting van de
gemeente. Wat betreft de concurrentie waar u over spreekt: wij zijn er mee bezig. Specifiek met