26 JANUARI 1995 61 Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT Ik heb een paar opmerkingen bij het stuk en die gaan gedeeltelijk over de procedure en gedeeltelijk over de inhoud. Wat de procedure betreft zijn wij ook niet heel erg gelukkig geweest met hoe het college heeft gemeend te moeten handelen naar de commissie. Op 20 december is het collegebesluit gevallen en vervolgens heeft het college gewacht met het toesturen van de stukken tot twee dagen voor de commissievergadering met als gevolg dat het stuk toen uit de commissievergadering moest worden teruggetrokken. Vervolgens kwam het later weer terug naar een extra commissievergade ring, die na de fractievergadering viel. Daar waren wij dus best wel verbolgen over. Ik heb daar in de commissievergadering ook over gemopperdDe wethouder heeft het mea culpa uitgesproken en dat vonden wij op dat moment begrijpelijk. Maar wij wilden graag wel eens horen van het college dat dit soort zaken toch op een betere manier naar de commissie komt en dat het college niet voortdurend met zo'n handelwijze komt. Wat betreft de machtiging het volgende. Het is begrijpelijk dat de materialen worden aangekocht gelijk met de materialen voor de binnenstad, maar dat wist het college natuurlijk ook van te voren. Dus toch enige toezegging graag, hoewel de wethouder in de commissie al heeft gezegd dat hij het vervelend vond. Ook hebben wij problemen met de aanvankelijk lage raming en vervolgens, omdat het kwalitatief toch hoogstaand en hoogwaardig moet zijn, met het feit dat er een extra krediet bij moet. Overigens ben ik het niet met de heer Maas eens dat het niet ingerekend was, dat was het wel, het basisbedrag, het lagere bedrag was bij het aanvankelijke krediet wel ingeraamd, maar het kwaliteitsverhogende deel zat er niet bij en dat bedrag moet er nu extra bijDe hoge kwaliteit De heer DE LEEUW We hebben daarover destijds met elkaar toch een afspraak gemaakt, mevrouw Van Bergen? In 1992 al. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Dat weet ik, maar ik had dit graag van te voren gehoord en niet zo laat, mijnheer De LeeuwOver de kwaliteit het volgende. Hoge kwaliteitseisen onderschrijven wijin die zin dat wij het voor een mooie schouwburg, met een uitstraling zoals deze heeft, het ook noodzakelijk vinden dat er een mooi en goed voorplein komt. Dat zijn de inhoudelijke opmerkingen die ik heb. Ik moet zeggen dat de schets, die wij ook vrij laat kregen toegestuurd, een mediterrane sfeer heeft en heel aanlokkelijk is, maar zo zal het toch niet worden met grijze of zwarte betontegels. Toch heb ik er wel vertrouwen in dat het acceptabel en mooi wordt, zeker ook omdat de architect toch zijn fiat erover heeft uitgesproken en daar heb ik dus vertrouwen in. Ten aanzien van het raadsvoorstel heb ik nog één korte vraag. Op bladzijde 2 in het raadsvoorstel spreekt u over het volgende: wanneer mocht blijken dat op het plein in de praktijk verkeersonveilige situaties ontstaan of dat de verblijfskwaliteit te veel onder druk komt te staan, dan houdt het college zich het recht voor om een regulering van het voorrijden ten aanzien van bepaalde doelgroepen uit te laten werken. Ik vind dat wat cryptisch. Ik zou u willen vragen, op het moment dat zich dergelijke situaties voordoen, dat u dan, voordat u met een raadsvoorstel en een oplossing komt, eerst met de betref fende commissie spreekt. Die toezegging zou ik graag willen hebben. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Het is natuurlijk alleraardigst, in een andere functie heb ik tegen deze schouwburg een hele berg bezwaren ingediend, tot aan de Raad van State toe. En een aantal van die bezwaren, die toen allemaal ongegrond werden verklaard, is uitgekomen, met name aangaande de fietsenstalling en de voorrijmogelijkheid. Het zou gevaarlijk zijn, enzovoort en dat is allemaal op tafel gekomen. Ik wil hier beginnen bij het begin. Mevrouw Van Bergen heeft het al gezegd, we krijgen een paar dagen voor de commissievergadering een besluit. Ikben zo'n beetje ter plekke geploft in de richting van de heer Van Dongen en ik heb ook in de richting van zijn secretaris gezegd: als hij het niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 61