21 SEPTEMBER 1995 603 wel altijd reëel zijn en blijven. We dringen er dan ook op aan de bebouwingsvoorschriften meer in overeenstemming te brengen met het gedachtengoed van vandaag en met de reële behoefte van de burgers. Het spaart heel veel tijd en het voorkomt ook veel procederen. Wij vinden dan ook dat anticiperend daarop via een voorbereidingsbesluit, alsnog dit bouwwerk dient te worden beoordeeld, dat vinden wij eigenlijk cruciaal. Of een andere mogelijkheid, het is ook geopperd door de heer Van Gurp: u creëert een gedoogsituatie en richt het nieuwe bestemmingsplan zo in dat dit bouwwerk te zijner tijd daar inpast. De VVD-fractie geeft, dat mag duidelijk zijn, de voorkeur aan een voorbereidingsbesluit voor de gehele zuidkant van de Bavelselaan, zodat het onderhavige bouwwerk geen uitzonderingspositiekrijgt en alle bewoners in gelijksoortigesituaties ook gelijke rechten krijgen. Ik denk ook dat het goed is daar de bebouwingsrand eens te bekijken en daar met reële oplossingen te komen. De heer CRUL De heer Meeldijk is vanaf 1992 eigenlijk bezig om op een ordentelijke manier inzijn woningbehoef te en zijn werkplaats te voorzien. Hij is begonnen met de Zandberglaan 63. Ik heb nog eens nagekeken vanmorgen op het Stadskantoor hoe dat is gegaan. Hij beweert dat het toch niet op een goede manier is afgehandeld. Als dat wel zo was geweest, dan had hij gewoon op de Zandberglaan 63 gewoond, binnen de regels van het spel. Daarna heeft hij nog een andere plaats geprobeerd en tot slot is hij op de Bavelselaan terecht gekomen. Hij beseft zelf wel dat hij burgerlijk ongehoorzaam is, maar van de andere kant is het zo dat hij vindt dat hij ook door ons, het gemeentebestuur, de gemeente, toch niet zodanig is behandeld dat hij daarmee tevreden kon zijn. Ik heb in de commissie al gezegd dat wij best zien dat de Wet Ruimtelijke Ordening hele goede bepalingen heeft, maar dat je daarmee toch ook wat flexibel moet omgaan, zonder in Belgische toestanden te geraken. Wij hebben er dus als fractie moeite mee zoals het nu ligt. Wij zouden van de wethouder nog willen weten hoe die Zandberglaan 63 eigenlijk door hem is afgehandeld, want hij heeft de slotgesprekken gehad. Wij vragen ons net als de anderen ook af, of er toch niet een oplossing kan worden gevonden zodat deze meneer daar toch zijn beroep kan blijven uitoefenen en daar kan blijven wonen zonder inbreuk te doen op te veel regels. De heer VAN DE STEENOVEN Ik kan mij aansluiten bij de benadering van de heer Van Gurp, maar wel zoals ik hem heb begrepen en niet zoals mevrouw Van Beusekom hem heeft uitgelegd. Namelijk in die zin dat we akkoord gaan met dit voorstel, dat we een periode nemen, zo heb ik althans de heer Van Gurp begrepen, gezien de hele achtergrond van het verhaal en de situatie daar, waarbinnen we kijken of we tot een bepaalde oplossing kunnen komen, maar wel binnen de regelgeving zoals dieer is. Want anders gaan we wel erg onderuit met ons RO-beleid, als we dit soort zaken in zijn algemeenheid maar zomaar tot in lengte van dagen gaan gedogen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij hebben ook in de commissie al een duidelijk standpunt erover ingenomen. Als je Prescher kunt gedogen op Achter Emer, en dat bedrijf is toch van een heel andere orde van grootte zou ik zeggen, dan vind ik het een beetje te zot dat je in een soortgelijk geval, dat uiteindelijk op de lange termijn best inpasbaar zal blijken te zijn in het bestemmingsplan, of zoals dat in termen heet: legaliseerbaar is, dat dan niet doet. Prescher heeft heel duidelijk een hele hoop bezwaren tegen zich gehad, dat is het grote nadeel dat er voor de gemeente aan hing en bij dit geval hebben de omwonenden allen verklaard dat zij zich erin kunnen vinden, dat ze er absoluut geen moeite mee hebben, dat het zou passen, enzovoort, enzovoort. Dan vraag ik mij af waarom wij als gemeente dan dwars gaan liggen en ons vasthouden aan een volledig verouderd bestemmingsplan. Ik denk datje in dit geval zeker wat flexibel moet zijn, de heer Van Gurp zegt: het gedogen, daarbij kan ik mij dan toch ook iets voorstellen. Maar ik denk dat het wel degelijk gedogen en op de langere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 603