24 OKTOBER 1995
631
A. ALGEMENE BESCHOUWINGEN.
De heer AD ANK
De inleiding op de Nota van Aanbieding zadelt onze raad op met een aantal vraagtekens waarop
het college nog geen antwoord kan geven. Dat ligt niet zozeer aan het college als wel aan de
zegeningen van paars, dat eerst werd geconfronteerd met groenrode uitvoeringsbesluiten en
vervolgens alle kleuren van de regenboog zag. Mijn fractie hoopt dat de duizeligheid gauw over
is, want wij moeten op lokaal niveau wel verder. Dat u als college zoveel vraagtekens zet bij deze
relatie, is voor onze fractie problematisch, immers waar de rijksoverheid in haar schijnbare
voortvarendheid naar decentralisatie convenanten afsluit met de grote steden, lijkt het alsof we
met een kluitje in het riet worden gestuurd. Wanneer en hoe is de gemeenteraad aan de beurt om
de politieke discussie te voeren over het convenant? Lang zaten we in onzekerheid of het duwen
en trekken aan de noodzaak van een takendiscussie op steun kon rekenen in deze raad. Het ziet
er naar uit dat we nu dit fundamentele gesprek kunnen aangaan. De CDA-fractie laat hierover
geen onduidelijkheid bestaan: het primaat van de kerntakendiscussie ligt bij de raad. Het CDA
vindt dat, waar de vraag wordt gesteld naar het bestuurlijke primaat, de raad zelf het antwoord
moet geven. En dat kan volgens ons alleen in een discussie die vrij is van vooringenomen politieke
standpunten. Integraal en saamhorig. Saamhorig ook naar het doel en los van op voorhand
vastgelegde rekenexercities. Opvattingen over de bepaling van de bestuurlijke, politieke
wenselijkheid van gemeentedoelstellingen tussen gekozen vertegenwoordigers en deskundige
beleidsvoorbereiders laten nog wel eens forse verschillen zien. Wij willen dus, kort en goed, een
gesprek tussen gemeentebestuurders ten principale. Overigens vinden wij dat de raad een stevige
betrokkenheid bij het veiligheidsbeleid en de openbare orde moet hebben. Een notitie is op korte
termijn toegezegd. Met name de formatie van de uitvoerende politie zal ter discussie worden gesteld.
Wij zullen in ieder geval de veiligheid in buurten en wijken, vandalisme, criminaliteit en drugs
op de politieke agenda vragen. En dat betekent ook meer informatie en overleg met politie en justi
tie. De confrontatie van de Rijksnota drugsbeleid en onze eigen aanpak heeft voor ons hoge
prioriteit. In de tweede plaats vragen wij in ons meersporenbeleid vanavond méér dan aandacht
voor de sociale knelpunten in onze stad. Of zoals gezegd in de armoedekrant van de kerken uit
de Haagse Beemden: "De welvaart is in Nederland redelijk verdeeld, van de armoede kun je dat
niet zeggen". Of nog wat killer: ongeveer 20% van de Bredase bevolking heeft direct met
achterstand te maken en kan de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. In de gesprekken tijdens
de infomarkt "Marge in beeld" twee weken geleden, waarin bijna 30 organisaties hun hoop en
vertrouwen in de samenleving en dus ook in de politiek stelden, werd nogmaals scherp in beeld
gebracht dat velen naast ons niet kunnen meeprofiteren van de economische groei; sterker: het
aantal uitzichtloze situaties voor gezinnen, met name gezinnen waarin ouders en verzorgers geen
financiële uitweg meer zien voor jonge kinderen, is onaanvaardbaar en staat los van elke politieke
claim. De CDA-fractie vindt dat de uitvoering van het gemeentelijk beleid ter zake goed gebeurt.
De notitie inzake het in 1994 gevoerde minimabeleid en de plannen voor 1995 geven ons voldoende
inzicht en geven ook hoop. Toch zullen we met nog meer energie en de daaraan verbonden finan
ciële consequenties de uiterste grenzen van het minimabeleid moeten zoeken. Als de nieuwe
bijstandswet van kracht wordt zal blijken of er meer mogelijkheden gecreëerd worden, om sneller
en op maat hulp te bieden. Ik dacht dat we in november die duidelijkheid van het Kabinet kregen.
Een vraag is bijvoorbeeld hoe wij de sollicitatieplicht van bijstandsmoeders met kinderen ouder
dan vier jaar willen toepassen op lokaal niveau. Want juist daar zijn knelpunten voor moeders
die kiezen voor hun verantwoordelijkheid als opvoeder. Is de gemeente bereid in individuele
gevallen van de regels af te wijken? Aan het eind van het jaar komt het ministerie van Sociale Zaken
met de notitie Armoedebestrijding. Wij zouden het goed vinden als vooruitlopend op die discussie
op Bredaas niveau de problematiek in beeld wordt gebracht en dan vragen wij geen dikke statistische
turven, maar ervaringsgegevens, concrete adviezen vanuit uw eigen Sociale Dienst, margegroeperin-