24 OKTOBER 1995 633 De heer DE LEEUW Gelukkig met ketting, want dan is het zeker officieel en dan zal de bijdrage in ieder geval kunnen worden vastgelegd. Graag willen wij stilstaan bij de relatie burger-bestuur, openbare orde en veiligheid, milieu, cultuur, financiën en de uitvoering van het programakkoord. De maatschappelijke ontwikkelingen gaan in een razend tempo en verlangen van de overheid om daarop met eenzelfde snelheid te reageren. Wensen van vandaag moeten morgen al werkelijkheid zijn. Om daarop goed te kunnen inspelen, wordt van ons verwacht dat wij plannen ontwikkelen die preluderen op toekomstige verwachtingen, maar ook flexibel van aard zijn. "Regeren is vooruitzien" is het credo en dat geldt nu meer dan ooit. En als bestuurslaag die het dichtst bij de belanghebbende staat, de burger dus, zijn wij verplicht om die relatie met de burgers nu en in de toekomst optimaal te hebben en optimaal te houden. Dat er daarbij een spanningsveld kan ontstaan tussen het wenselijke en het haalbare, is niemand vreemd. Voor D66 moet het haalbare helder in beeld worden gebracht, maar ook worden gerealiseerd. Wij zijn op de goede weg, al zien we soms dat goedbedoelde processen, ondanks de nodige inspanningen, toch onvoldoende uitpakken. Het is en het blijft mensenwerk en van een perfecte situatie zal nooit sprake zijn. Wij mogen echter ook kijken naar wat we al gerealiseerd hebben. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de door D66 geïnitieerde burgerenquête en het houden van een referendum in Breda. De burgerenquête ontvangt ontzettend veel lof en er is landelijk ook veel belangstelling voor. En ook over het referendum is op dit moment discussie. Wat ons betreft zal het instrument referendum verder moeten worden uitgebouwd tot een door de inwoners van Breda gevraagd referendum. Wanneer komt het college met een voorstel op dit gebied? Het moet naar onze mening mogelijk zijn om met goede afspraken een instrument te creëren, dat niet contra-produktief of behoudend gaat werken, noch dat het het mandaat aan de raad ondermijnt. Een van de duidelijke items die door de burgerenquête in beeld is gebracht, is dat van het gevoel van onveiligheid. Een integraal veiligheidsbeleid zou in de vorm van een nota aan de raad worden voorgelegd, maar helaas hebben we die nog niet gezien. Breda wordt in de ogen van de verzekeraars nog steeds gezien als een risicovolle stad en haar inwoners merken dit aan de premies die ze moeten betalenOp het gebied van preventie wordt ook hier het een en ander gedaan. Maar er zijn landelijk voorbeelden waar dit veel verder strekt. Zo is op initiatief van de politie in Utrecht een preventieteam opgezet, dat zich vooral richt op het voorkomen van inbraak inhuizen. Hierbij wordt samengewerkt tussen de overheid, politieenhet bedrijfsleven. De respons van de burgers is erg groot. Omdat geparticipeerd wordt tussen zowel verzekeringsmaatschappijen als leveranciers van de benodigde materialen, kunnen ook de kosten voor de burgers wat dat betreft gedrukt worden. Daarom van onze kant het verzoek aan het college om een dergelijke aanpak ook hier te realiseren. En dat geldt ook voor de voorbeelden wat buurtpreventie en het integreren van de criminaliteitspreventie in het buurtbeheer betreft. Ook het drugsbeleid speelt een belangrijke rol bij het gevoel van onveiligheid. In Breda is er sprake van een gedoogbeleid binnen zekere grenzen als het gaat om softdrugs, neergelegd in het coffeeshop-beleid. Bij de handhaving ervan stuiten wij soms op juridisch ingewikkelde procedures, die het ingrijpen bij ongewenste ontwikkelingen moeilijk maken. Ook de horeca-openingstijden bevorderen de handhaving niet. Misschien is het mogelijk om de coffeeshops uit de horecasfeer te halen en ze te laten vallen onder de winkelsluitingswet. Het bevordert enerzijds de mogelijkheid tot de handhaving van ons beleid en het beperkt anderzijds eventueel de overlast ter plaatse. De D66-fractie vraagt het college om deze mogelijkheid verder uit te werken in een korte notitie en deze aan de raad voor te leggen. Tot slot willen wij wat dit onderdeel betreft nadrukkelijk aandacht vragen voor de extra middelen die het Rijk voor de politietaken beschikbaar wil stellen. Wat ons betreft moeten die worden omgezet in toezicht op straat. 1996 wordt voor het milieubeleid een belangrijk jaar. Enerzijds zal de evaluatie van het beleid van de afgelopen vier jaar verschijnen, anderzijds zal er een nieuw gemeentelijk milieuplan worden opgesteld. Er gaan steeds meer stemmen op die menen dat het milieu weer een stapje terug moet maken. Voor onze fractie geldt dat niet. Aandacht voor het milieu blijft voor ons één van de prioriteiten. Wij zijn ons ervan bewust dat het budget onder druk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 633