24 OKTOBER 1995 635 De heer TAKS Gelet op de krappe spreektijd bij deze begrotingsbehandeling en uw intentie om daaraan strikt de hand te houden, wil ik meteen tot de kern van de zaak doordringen, namelijk de vraag of de voorliggende begroting strookt met de bedoelingen die de VVD-fractie had toen ze, nu ruim een halfjaar geleden, haar stem gaf aan de Kadernota 1996. Als enige van de niet-collegepartijen heeft de VVD-fractie toen vóór de kadernota gestemd. Dat was toch een zeer constructieve opstelling, meneer De Leeuw. De oppositie is vaak ook zeer constructief in deze raad. De heer DE LEEUW Wie de schoen past, trekke hem aan. De heer TAKS Dat begrijp ik heel goed, meneer De Leeuw. U had wat meer nuancering in uw betoog moeten aanbrengen, dat zou ik zeer op prijs hebben gesteld. Daarom herstel ik het nu even, maar uw interruptie bevestigt dat ik u goed heb verstaanDoor voor de kadernota te hebben gestemd, hebben wij steun gegeven aan het financiële beleid van een college waarin wij zelf niet participeren. We hebben dat gedaan, omdat we, na alles te hebben afgewogen, tot de slotsom waren gekomen dat het financiële beleid de toets van de kritiek kon doorstaan. De vraag is nu of we het college op dit punt terecht ons vertrouwen hebben gegeven. Wij neigen vooralsnog naar een bevestigend antwoord. De begroting is sluitend, de lastenverzwaringen blijven beperkt, de risico- en reservepositie is op een redelijk niveau. Toch kleeft een schoonheidsfout aan de Begroting 1996, namelijk het voorstel om de invulling van de tweede tranche van 3 miljoen van het bij de Kadernota 1996 geraamde tekort met één jaar uit te stellen. Strikt genomen is dat uitstel verant woord, gezien de verbetering van de financiële capaciteit. Die verbetering is echter niet structureel De bezuinigingsdruk komt nu te liggen bij de Kadernota 1997. Dat is op zich geen enkel bezwaar, het is een deugdelijke financiering. Er is één probleem, namelijk dat nu weer het gevaar dreigt dat door het uitstel de kerntakendiscussie onder druk komt te staan van de bezuinigingsoperaties. Of ziet het college dat anders? Afgesproken is heel nadrukkelijk dat er geen rechtstreekse koppeling zou bestaan tussen die discussie en de tweede tranche van het begrotingstekort 1996, die nu het begrotingstekort 1997 gaat worden. Voor de VVD-fractie bestaat de betekenis van de kerntakendis cussie uit het onderzoeken van de mogelijkheid om de bemoeienis van de gemeentelijke overheid op zo veel mogelijk terreinen te verminderen, of te beëindigen. Minder overheid, meer burger, is ons devies. Daardoor moet ruimte worden geschapen, zowel voor lastenvermindering, als voor noodzakelijke intensivering van activiteiten, die wel als overheidstaak behouden moeten blijven. Kan het college ons de zekerheid geven, dat het college zich niet meester zal maken van de resultaten van de kerntakendiscussie, om zo het begrotingstekort te dekken? Ongetwijfeld zijn er inmiddels al wat exercities verricht door het college en heeft het college al zicht op de invulling van de f3 miljoen. Zo ja, dan zouden wij daarover graag een en ander vernemen. Als geruststelling zouden wij dat zeker verwelkomen. Dat betekent dat de kerntakendiscussie in elk geval onder een beter gesternte van start kan gaan. Wij vragen geen details, maar een globaal beeld. Kunt u ons het vertrouwen geven dat de procedure van de kerntakendiscussie verloopt zoals we hebben bedoeld? Uitstel van de tweede tranche van de bezuinigingsoperatie 1996 zou nodig zijn, aldus de aanbiedingsnota, omdat de cumulerende bezuinigingen in toenemende mate het aantal formatieplaat sen onder druk zetten. Graag zien wij dat toegelicht. Tot nu toe was, ondanks elkaar opvolgende bezuinigingsoperaties, sprake van een gestage groei van de personele formatie. Betekent dit dat nu het omslagpunt is bereikt? Bij de vorige begrotingsbehandeling werd het VVD-amendement om af te zien van de verhoging van de tarieven O.Z.B. verworpen. Naar onze mening is ook voor 1996 een bevriezing van de tarieven mogelijk, nu de nadere raming van de economische waarde van het onroerend goed 667.000,-- extra opbrengt. De VVD-fractie vindt gezien het verbeterde, zij het eenmalige, financiële perspectief, dat dat bedrag aan de burgers zou moeten worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 635