24 OKTOBER 1995 642 Mevrouw HEERKENS Ik wil dit toch even corrigeren, ter ondersteuning van wat de heer Adank zegt. U was daarbij. Het is hier niet de gewoonte om allerlei dingen te zeggen vanuit het fractievoorzittersoverleg, maar wij hebben daar een behoorlijke discussie gehad. Er is zelfs een notitie verschenen naar aanleiding van een aantal opmerkingen die u heeft gemaakt. Daarop is zeer serieus ingegaan en u kon zich toen daarin vinden. Daarom moet u nu niet doen alsof de coalitie dat eens even heeft geregeld. Ik heb u toen nog een compliment gemaakt met het feit dat u probeerde om het toch op een open manier te bespreken. En nu gaat het de andere kant op, nu krijgen we dat ineens terug. De heer SCHRODER Voorzitter, ik stel voor dat ik mijn betoog op dit punt afmaak. De inschatting van mijn fractie is toch een andere, wij verlangen maximale openbaarheid. Het doorgaan op de huidige weg kan ons in het dilemma brengen, dat wij mogelijk genoodzaakt zijn om zaken naar buiten te brengen, omwille van de openbaarheid. Maar wellicht is er een tussenoplossing. De heer DE LEEUW Is dat ongeveer de lijn die uw vorige fractie ook had? Want ik denk dat één van de redenen waarom we wat voorzichtiger zijn, met name datgene is wat in het verleden is gebeurd en dan met name door uw fractie. De heer SCHRODER Het lijkt mij moeilijk datgene te verdedigen wat de vorige fractie heeft gedaan. We zijn nu de Begroting 1996 aan het behandelen en ik denk dat we daarop moeten ingaan. U praat nu met de fractie die er op dit moment zit. De raad heeft de mogelijkheid om vertrouwelijkheid of geheimhouding op te heffen. Ik zou die mogelijkheid van de raad graag naar voren willen halen, met dien verstande dat de raad, via de fractievoorzitters, van tevoren betrokken wordt bij de vraag of zaken absoluut vertrouwelijkmoetenblijven. De vraag is: hoedenkthetcollegehierover? Artikel 48-vragen. De fracties van de VVD en de PvhZ zijn het afgelopen jaar opnieuw in een fikse concurrentieslag verwikkeld om de artikel 48-bokaal. Mijn fractie maakt een gepast gebruik van dit recht van de raad. De heer TAKS Er is echt geen concurrentieslag, mijnheer Schroder, wij stellen onze vragen en het gaat echt niet om het hoogste aantal vragen. De heer SCHRODER Goed, ik stel gewoon vast dat de VVD-firactie in de huidige rol meer vragen stelt dan in het verleden, mijnheer Taks. De heer TAKS U bedoelt, de VVD maakt een goed gebruik van het recht tot het indienen van schriftelijke vragen. Dank u, mijnheer Schroder. De heer SCHRODER U maakt er gebruik van. Het is kostbaar en overdaad schaadt. Bovendien leidt het tot onzinnige beantwoording, waarin het college zijnerzijds weer probeert uit te munten. Wij voelen er voor om in Breda een vragenuurtje te houden, bijvoorbeeld tweewekelijks. Het geeft ruimte tot directe vragen en directe beantwoording. Tegelijk is het dichter bij de bevolking en draagt het bij aan verkleining van de kloof tussen politiek en bevolking. Het veronderstelt wel extra inzet bij het college.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 642