24 OKTOBER 1995 656 De VOORZITTER Ik waarschuw u alleen maar. De heer HEEREN Waar zijn die discriminerende opmerkingen? De VOORZITTER Zojuist in uw betoog waar u een correlatie probeerde te leggen tussen de komst van een x-aantal asielzoekers en de criminaliteit die daarvan uit zou gaan. Ik denk dat u zich daarmee echt op de grens begeeft. De heer HEEREN Ik heb u verwezen naar het rapport van de politie en naar dat van de beveiligingsbeambten die in asielcentra werkzaam zijn. Ik spreek over groepen asielzoekers. Ik spreek vanuit de praktijk. U kunt dat alles controleren, u kunt kennis nemen van die rapporten. De VOORZITTER Ik hoop dat u kennis heeft genomen van mijn opmerkingen. Gaat u verder. De heer HEEREN Dank u. Er is zowel in den lande als in Breda grote werkloosheid en woningnood en daardoor komen deze nieuwkomers veelal in een uitzichtloze situatie terecht en blijven afhankelijk van sociale uitkeringen. De Bredase bevolking heeft al genoeg ervaring met één asielcentrum, de Chassékazer- ne, die tijdelijk is gebruikt als opvangcentrum voor asielzoekers van december 1993 tot juni 1994. Het gebouw leek na afloop van het project gereed voor de sloop. De toiletten waren verstopt met honderden, kennelijk gerolde, portemonnees. Zelfs de mensen van de gemeentelijke reinigingsdienst hebben mij verteld dat zij in deze periode honderden portemonnees hebben gevonden in de afvalbakken van de kazerne. Mijn vraag aan het college is of het college bereid is een referendum te houden zoals beschreven in het verkiezingsprogramma van de Centrum Democraten, waarbij de bevolking zich kan uitspreken voor of tegen de opvang van asielzoekers in deze gemeente. De heer ADANK Voorzitter, nogmaals wordt de suggestie gewekt zoals wij die zojuist hebben beschreven. Ook in deze laatste relatie met de asielzoekers en de daden, wordt opnieuw een suggestie gewekt en indirect een beschuldiging geuit, die de heer Heeren op dit moment niet kan waarmaken. Daarmee wordt een bevolkingsgroep die hier welkom is, mijnheer Heeren, in een kwaad daglicht gesteld. De heer HEEREN Ik spreek over groepen asielzoekers. En wat mijn verhaal over die portemonnees betreft, dat heeft zelfs in de krant gestaan. Dat is bekend. De heer DE LEEUW Voorzitter, de hele groep asielzoekers wordt nu aangepakt. Ik ben het met de heer Adank eens, u zult nu moeten ingrijpen. Dit kan zo niet verder. U heeft een ruimte gecreëerd en ik vind dat de heer Heeren nu over die grens heengaat en dat u nu moet ingrijpen. De VOORZITTER Mijnheer Heeren, ik verzoek u niet meer in die richting verdere opmerkingen te maken en zo u dat wel doet, dan ontneem ik u het woord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 656