24 OKTOBER 1995 658 in Ulvenhout en omstreken hebben jaren gestreden voor het behoud van het park Valkrust, maar er zijn nu reeds 60 oude bomen omgezaagd, bomen van 180 tot 200 jaar oud, om tot bouwactivi teiten over te gaan. Daarmee wordt een mooi stukje natuur vernietigd. Dit is een schandvlek voor de gemeente Breda. Mijn vraag aan het college is: was het niet wenselijk en democratisch om een referendum te houden over het park Valkrust dat voor zoveel mensen zoveel betekende en zo belangrijk was. Over de locatie van de autosloperij Prescher in Achter Emer is terecht grote commotie ontstaan. Ik ben van mening dat ook hier het college weer als een dolle stier tekeer gaat en ten koste van alles zijn zin wil krijgen. Ik vraag het college contact op te nemen met het bewonerscomité Haagse Beemden en de ernstige bezwaren en andere eventuele zaken ontvankelijk te verklaren en gezamenlijk een alternatief te zoeken voor de kwestie autosloperij Prescher en andere kritische zaken. Wat is het toch moeilijk voor het college om democratisch te zijn. Ter afsluiting: ik stem voor de begroting, met uitzondering van de allochtonenprojecten en de Melkert-banen. Deallochtonenprojectenberustenop eenpositievediscriminatie, datvind ik een voorkeursbehande ling en derhalve verwerpelijk. De heer ADANK U bent voor het subsidiebeleid zoals dat in de begroting staat? De heer HEEREN Neen, daar ben ik niet voor. Mevrouw KOKX Ik wil beginnen met mijn afschuw uit te spreken over de inhoud van het betoog van de vorige spreker. Ik vind het onvoorstelbaar dat dit zo maar kan gebeuren. "Met de revival van het vrije marktdenken en het "ieder voor zich" lijkt de geciviliseerde samenleving verleden tijd geworden en lijken we teruggekeerd naar de wet van de jungle. Het wordt dus tijd dat de overheid zich weer met het menselijk welzijn gaat bezighouden." Dit is een citaat uit een artikel in de Haagse Post van twee weken geleden. Binnen het kader van deze algemene beschouwingen hier in de raad zal ik geen uitgebreide macro-economische bespiegelingen gaan houden, maar het mag duidelijk zijn dat deze ontwikkelingen van grote invloed zijn op de Bredase samenleving en het welzijn van de Bredase burgers. Zij die door gezondheid, onvoldoende scholing of door opgebrand te zijn afgeschreven worden, lopen een groot risico maatschappelijk aan de zijlijn te blijven staan en in een sociaal isolement te geraken. Als gemeentelijke overheid hebben we de plicht om ons ook over het welzijn van deze groepen in de Bredase samenleving te bekommeren. Daadkrachtig integraal beleid met voldoende middelen is onontbeerlijk om de neerwaartse spiraal bij velen te doen keren. Goede betaalbare huisvesting, een veilige woonomgeving, het gevoel hebben daadwerkelijk iets aan je situatie en leefomgeving te kunnen veranderen, maatschappelijk actief kunnen zijn en sociale veerkracht van een buurt zijn begrippen die hierin centraal staan. Kortom, het zijn die zaken die bijdragen aan de cohesie van onze multiculturele samenleving in Breda en daarmee aan het welzijn van al onze burgers. In het Sociaal Trendrapport komt duidelijk naar voren dat steeds meer burgers de greep op de samenleving dreigen kwijt te raken en dat de onverdraag zaamheid toeneemt. Zaak is dan ook dat de hoogste prioriteit wordt gegeven aan het voorkomen en tegengaan van achterstandssituaties en het voorkomen en doorbreken van het sociaal isolement. Essentieel hierin is dat er in samenspraak met burgers, instellingen en de gemeentelijke overheid overeenstemming is over de inhoud en de beoogde resultaten van het te voeren beleid. In de Nota van Aanbieding wordt ingegaan op de Kadernotitie Welzijn. Eerdere ongerustheid van mijn kant over de inhoud wordt nu wel enigszins weggenomen. Er wordt nu immers gesteld dat de situatiegerichte benadering wel degelijk probleem georiënteerd is, zowel in preventieve als in curatieve zin. Maar daarnaast ben ik van mening dat voor minderheden en vrouwen in achter standssituaties specifiek beleid noodzakelijk blijft. Ik maak me ernstig ongerust over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 658