24 OKTOBER 1995
661
De heer SCHRODER
Kunt u aangeven wanneer die notitie in de commissie komt?
De VOORZITTER
Het is de bedoeling dat die in december aanstaande in de commissie komt. Mochten we dat niet
halen, dan zal het automatisch verschuiven. Over de opmerkingen met betrekking tot de armoe
deproblematiek het volgende. De discussie daarover is op dit moment ook gaande. Ik dacht dat
Melkert vanochtend nog een aantal mogelijkheden aanbood en ook aangaf te letten op de
mogelijkheden met betrekking tot de bijzondere bijstand. Ik kom hierop zo meteen nog terug bij
de beantwoording van andere vragen. De bijzondere bijstand komt aan de orde in de commis
sievergadering van december. Dat betekent dat we op dat moment kunnen kijken in hoeverre de
wet het ons mogelijk maakt om nieuwe zaken aan de orde te stellen, nieuwe mogelijkheden te
exploreren. Mevrouw Heerkens noemde een aantal mogelijkheden. Ik wil daar nu niet op ingaan.
Ik denk dat ook daar de zaak ten principale bediscussieerd kan gaan worden. Over de mogelijkheid
om ook anderen daarbij te betrekken, de heer Adank noemde de kerken, de charitatieve instellingen,
het volgendeMet betrekking tot de nieuwe ABWzij n wij op dit moment bezig de cl iënten zoveel
mogelijkdaarbij te betrekken. Dat leidtsoms, vanwege wat verwikkelingenbinnende cliëntengroe
peringen, tot wat problemen. Wij zullen kijken wat mogelijk is om zoveel mogelijk uit die groepen
te halen wat van nut kan zijn voor het formuleren van ons bijstandsbeleid. Een andere opmerking
van de heer Adank betrof de sollicitatieplicht en de vraag of de gemeente bereid is individueel
ontheffing te verlenen aan vrouwen met kinderen vanaf 5 jaar. In het kader van het individualise-
ringsbeginsel van de A.B.W. is dat altijd mogelijk. Dat is een individuele toetsing en die
mogelijkheid zit ook in de nieuwe A.B.W. De heer De Leeuw spreekt over het integraal
veiligheidsbeleid en hij legt daarbij het accent op de preventie. Wij zullen in onze notitie daaraan
aandacht besteden. Ik onderschrijf zijn mening dat preventie van enorm belang is en dat daarop
het accent moet gaan liggen. Ik onderschrijf niet dat toezicht op straat niets te maken zou hebben
met preventie.
De heer DE LEEUW
Waar heb ik dat gezegd, voorzitter?
De VOORZITTER
Extra middelen moeten worden ingezet voor toezicht op straat. En ik meende daarmee
De heer DE LEEUW
Dat is naar aanleiding van een discussie, waarop mevrouw Heerkens ook is ingegaan, over de
extra middelen die nu door de heer Dijkstal in het vooruitzicht worden gesteld. De vraag is of
die ingezet moeten worden voor materialen of voor manschappen. Wij hebben in feite onze plicht
al gedaan, waar Breda extra middelen heeft vrijgemaakt. Als er ook van het Rijk geld vrijkomt,
dan vinden wij dat we moeten proberen om dat in te zetten voor met name het toezicht.
De VOORZITTER
Dus er is geen tegenstelling? Oké. Dan heb ik u fout begrepen. Naar aanleiding van uw opmerking
om de coffeeshops onder de Winkelsluitingswet te laten vallen, denk ik dat we in de notitie over
het drugsbeleid daarop kunnen terugkomen. Vooralsnog zou ik zeggen dat dat meer problemen
oplevert ten aanzien van de handhaving, dan die we nu hebben. Maar op het moment dat we die
notitie in de commissie hebben, kunnen we daarover uitgebreid met elkaar van gedachten wisselen.
De heer Taks sprak over het parkeerbeleid. Op dit moment liggen er ex artikel 48-vragen van het
CDA. Het college wil over deze kwestie aan de hand van een korte notitie inzake ons beleid,
eventueel gerelateerd aan de opmerkingen van de ombudsman, met u discussiëren of dat beleid