24 OKTOBER 1995
664
Mevrouw HEERKENS
Dan is het, denk ik, toch het een of het ander. Je kunt wel via het individualiseringsprincipevoor
vrouwen die kinderen ouder dan 4 jaar hebben en die moeten gaan werken, de bijzondere bijstand
soepel toepassen, maar je kunt het héél soepel toepassen als je constateert dat er onvoldoende
kinderopvang is, met name naschoolse opvang. Dan is het dus het een of het ander. Of je doet
het streng, maar dan zorg je ook voor voldoende plaatsen, of je doet dat heel soepel. En daarvoor
wil ik in ieder geval wel uw aandacht vragen.
De VOORZITTER
Die aandacht krijgt u ook. Ik denk dat dat een individuele afweging is. Wanneer er duidelijk
behoefte is aan kindplaatsen en het kan niet worden betaald uit de bijzondere bijstand, er is geen
aanleiding toe om dat uit de bijzondere bijstand te verstrekken en er is ook geen gesubsidieerde
plaats mogelijk, dan zit ik met budgettaire beperkingen. De heer Schroder vraagt of de dienst is
voorbereid op de schol ing van de bijstand-maatschappel ijk werkersEr heeft het afgelopen hal ij aar
een extra traject gelopen binnen de contactpersonen van de Sociale Dienst om hen voor te bereiden
op de nieuwe wetgeving. Dat is zo goed als afgerond. Mevrouw Heerkens maakte nog een
opmerking over de extra rijksgelden en hetgeen gezegd is door de heer Stikvoort tijdens de
commissievergadering, dat die niet worden gebruikt voor meer politie op straat. We wachten de
voorstellen van de korpsbeheerder af, die komen in december. Dan kunnen we zien waarvoor
het geld gaat worden ingezet. Ik zal me uw opmerking daarover aantrekken. Het armoedebeleid.
In de richting van de heer Schroder heb ik al even aangegeven wat we met betrekking tot het
bijzondere bijstandsbeleid doen, ook de Bredapas komt daarbij aan de orde. Uw inzet neem ik
op dit moment voor kennisgeving aan. In de richting van de heer Verpaalen het volgende. De
discussie over zijn visie op de Melkert-banen en die van het college is reeds uitermate uitgebreid
gevoerd. Ik wens op dit moment niet meer daarop in te gaan. Wij kennen eikaars standpunt. In
zijn opmerking: heeft de gemeente al die jaren geen expertise kunnen opbouwen met betrekking
tot de uitstroom, klaarblijkelijk niet, zegt hij dan, moet ik hem eigenlijk bevestigen. De
uitstroomgedachte is iets van de laatste jaren. Wij missen bij de organisatie van de Sociale Dienst
dienaangaande in feite die expertise. Wij hebben ons ook in de afgelopen beleidsplannenuitgebreid
voorgenomen om ons daarop te richten. Ik vind overigens de begeleiding die momenteel in Geeren-
Noord plaatsvindt vanuit het I.M.W. en de Sociale Dienst een uitstekend experiment, waarvan
ik wel degelijk succes verwacht.
Wethouder DE BRUIJN
Bijna iedere spreker/spreekster heeft gepraat over de ontwikkelingen in de volkshuisvesting, met
name over de financiële ontwikkelingen en de mogelijkheid om nog betaalbaar te bouwen (sociale
huurwoningen, goedkope woningen). De ontwikkelingen die met de nota Volkshuisvesting in de
jaren negentig zijn ingezet, gaan langzamerhand hun beslag krijgen. Dat betekent dat met name
de woningbouwverenigingen en deszelfs de vertegenwoordigers op rijksniveau, zijnde de koepels
en het Rijk, belangrijke afspraken hebben gemaakt hoe zij denken dat gezamenlijk in te vullen
en aan de volkshuisvestingstaakstelling vorm te geven. Die volkshuisvestingstaakstelling is niet
eenvoudig. Maar de koepels, met name de koepels van de woningbouwverenigingen op landelijk
niveau, constateren dat in principe de sector zijn eigen broek zou moeten kunnen ophouden. Dat
dat ingewikkeld is, dat zal duidelijk zijn, want op plaatselijk niveau zijn de omstandigheden van
de corporaties sterk verschillend. U ziet dan ook op landelijk niveau dat er afspraken worden
gemaakt tussen de koepels en het Rijk over de inzet van rijkere corporaties door het land heen,
ten behoeve van wat minder rijke, of arme corporaties elders in het land. Een aardig voorbeeld
daarvan is dat anderhalve week geleden een interne financiering is afgesproken tussen corporaties
tegen een rentepercentage van 6 en dat is een rentepercentage waartegen niemand kan opboksen
als u de marktrente een beetje volgt. Op die manier probeert de sector zelf invulling te geven