24 OKTOBER 1995 666 garanderen, of niet meer in de hand hebt. Vandaar dat het Rijk ook zegt: wij willen die subjectsubsidiepoot veel sterker gaan gebruiken. Er zijnook veranderingen op komst die nog meer, dan nu wellicht het geval is, zijn toegespitst op met name de mensen met de laagste inkomens. Ik denk dat dat op zich een goede ontwikkeling is. Mevrouw HEERKENS Ik zit niet in de volkhuisvestingssector. Dit is op zich een prachtig verhaal, maar zegt u nu eigenlijk dat daarmee de komende jaren Breda de problematiek dusdanig aanpakt, dat we straks èn die urgent- woningzoekenden aanzienlijk kunnen zien dalen, èn dat in een aantal aandachtswijken - en dan kunt u wel zeggen: dat geld is niet alleen daarvoor bedoeld - de sprong wat wordt verkleind? Want dat blijft een probleem. Het is een eenmalige injectie en Breda kan nog meer doen. Ook in andere steden zien we dat. Ik ben het met u eens, het Rijk laat hier ook een taak liggen. Dus we moeten ook bij onze eigen partij in Den Haag zijn en dat doen we ook zeker. Aan de andere kant denk ik toch dat er meer mogelijk is. Ik vind het prima dat nu het Volkshuisvestingsfonds wordt ingesteld en dat die gelden er nu zijn, maar het is lang niet genoeg. We moeten nu niet denken dat we er zijn, er moet veel meer gebeuren op dit moment. En dat signaal geeft u nu niet af. Wethouder DE BRUIJN Als je constateert dat er een woningbouwprogramma is en wat onze taakstelling is, dan zitten we aan ongeveer 440 tot 450 woningen in de goedkope sector en dat komt aardig overeen met datgene wat wij met deze gelden zouden kunnen realiseren. Mevrouw HEERKENS Dan praatje toch over bepaalde aanvangshuren. Je kunt toch nog veel meer doen en dat bedoel ik. U zegt steedshet komt aardig overeen met allerlei cijfers en rapporten. Maar ik zie de praktijk, ik zie een aantal woningzoekenden, ik hoor de vraag naar goedkope woningen. Ik zie ook wel dat het doorstroombeleid redelijk mislukt, daar zit natuurlijk ook een factor in, maar ondertussen zijn die mensen niet geholpen aan goedkope huisvesting. En daar gaat het over. Ik begrijp uw verhaal wel, maar wat doen wij hier om op een actieve manier mee te werken aan het hele volkshuisvestingsbeleid? Wethouder DE BRUUN Ik denk dat dat nadrukkelijk gebeurt door het inzetten van het Volkshuisvestingsfonds, waarbij we nadrukkelijk de kop afhalen van de stichtingskosten. Vervolgens is het huurbeleid een verantwoordelijkheid van de corporaties. Bij het meerjarenprogramma proberen wij daarover afspraken te maken, waarbij wij er vanuit gaan dat de corporaties daaraan op een gegeven moment invulling kunnen geven en vervolgens zal het individuele aspect via de individuele huursubsidie moeten worden weggehaald. We hebben het al vaker gehad over de vraag of er nog sociale woningbouw is. De reële aanvangshuren liggen op 680,-- tot 700,- en daarvan is de top reeds door de objectsubsidie door de gemeente, samen met de corporaties weggehaald. Ik ontken niet dat dat nog gigantische bedragen zijn. En daarop zul je dat subjectsysteem moeten loslaten. Echter, dan komen we in de inkomenspolitieke sfeer, waarbij je constateert dat de individuele huursubsidie een rijksinzet is. We zijn wel blij dat het Rijk daaraan wat meer aandacht gaat besteden en dat het de subsidie naar de wat lagere inkomens gaat sluizen. Nu is het nog zo dat woningen tot 1.007,-- nog steeds potentieel in de individuele huursubsidiecategorie zitten. In de laatste gesprekken die ik in Den Haag heb gehad is nadrukkelijk naar voren gekomen dat ze het veel meer naar die doelgroepen willen hebben, om de aanvangshuren van de woningen voor de mensen die het nodig hebben, en dat is het voordeel van de individuele huursubsidie, te kunnen aanpakken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 666