24 OKTOBER 1995 doen, terwijl er eventueel mogelijkheden zijn voor een individuele huursubsidie op gemeentelijk niveau? Wethouder DE BRUIJN Ik geloof dat ik niet helemaal ben overgekomen, mijn excuses daarvoor. We hebben in ieder geval aangegeven dat we de top van de stichtingskosten willen afhalen, zodat de woningen op een huurniveau komen, waarbij onder de toelaatbare grens kan worden gebleven. Ik verwijs daarvoor naar een notitie die volgende week in de commissie aan de orde is. Over de voeding van het Volkshuisvestingsfonds, waarover mevrouw Heerkens heeft gesproken, het volgende. Je kunt het als volgt voeden, het is beetje vestzak, broekzak, je kunt het uit het investeringsbudget doen, zoals het nu gaat, je kunt het als opslag doen op de grondprijzen, dat betekent dat je het indirect ten laste brengt van de winstcapaciteit van het Grondbedrijf, omdat de grondprijs wordt bepaald door de markt. Dat is een discussie die we in de toekomst kunnen voeren. Ik ben in ieder geval blij dat we deze gelden op dit moment hierin hebben zitten. Als je de voeding aan de grondprijs koppelt, dan koppel je de voeding aan de verkoopprijs in de vrije sector. De vraag is of je die koppeling moet leggen, want als daar eens iets fout gaat, dan heb je geen voeding meer van het Volkshuisves tingsfonds Ik ben op zich met deze handreiking blijderdan met de andere wijze. Gedifferentieerd bouwen. Dat is logisch, dat is ook de VINEX-taakstelling. Je zult dat per geval moeten bekijken. Je moet er ook naar kijken dat die beperkte hoeveelheid geld ook efficiënt wordt ingezet en dan moet je naar mijn mening dat geld niet inzetten voor de hele dure locaties die er zijn. Laat die subsidies niet in de zakken verdwijnen van de particulieren, die bedragen voor de grond vragen, die wellicht wat hoger zijn dan de bedragen die je elders zult moeten betalen. Ik denk dat je daar heel goed naar moet kijken, omdat je anders niet effectief met je geld bezig bent. Dat geldt overigens welen dat in de richting van de heer Taks en de heer Schroder, voor de uitbreidingsloca ties, waarvoor zeer nadrukkelijk die VINEX-taakstelling geldt en waarbij je praat over 1/3, 1/3, 1/3. Die differentiatie in woningbouw zal ook daar aan de orde zijn. Het zal niet zo zijn dat we in de buitengemeentes op een andere wijze gaan bouwen. Dat betekent wel dat we zorgvuldig moeten omgaan met het woningbouwproces in de andere gemeentes. U weet dat we met de ge meente Teteringen bezig zijn om daaraan zorgvuldig invulling te geven. Uitgangspunt blijft voor ons het stadsregionaal uitwerkingsplan, zoals dat door de Provincie is aanvaard. De heer Van Raak heeft al aangegeven dat het overleg met de andere gemeentes nog niet echt op gang komt, maar langzaam maar zeker zijn de eerste discussies, in ieder geval inhoudelijk, aan het ontstaan. Ten aanzien van het Stadsvernieuwingsfonds heeft de heer Adank een opmerking gemaakt over de evalu atie die we op dit moment maken, en hij vraagt wat de toekomst van het Stadsvernieuwingsfonds gaat betekenen. U weet dat we de rentetoeschrijving, conform de eerdere methodiek, niet volledig meer hebben toegepast in de richting van het Stadsvernieuwingsfonds. Dat betekent minder geld op langere termijn voor het Stadsvernieuwingsfonds. Daarom is de concurrentie met het Meerjareninvestingsplan ook nadrukkelijk aan de orde gesteld. Daarin zijn keuzes gemaakt, gelet op de prioriteiten die er liggen. Aan de andere kant denk ik dat het heel goed is om, zodra de evaluatie bekend is, die met de commissie te bespreken en te kijken naar wat de gevolgen zijn. Die gevolgen worden nog interessanter, als de hele rijksafweging vanhet Stadsvernieuwingsproces op langere termijn aan de orde is. Want dan zouden er heel andere verdeelmaatstaven aan de orde kunnen komen. En dan zullen we ons uiteraard opnieuw moeten beraden. Ik zeg u toe dat, zodra we de evaluatie gereed hebben, we die aan de commissie zullen voorleggen. Wethouder VAN DONGEN In aansluiting op hetgeen de heer De Bruijn heeft gezegd over de stadsvernieuwingsprojecten het volgende. Dit betekent dat bij de afweging van dat soort projecten, de woon- en leefomge vingsprojecten in bepaalde wijken, we de keuze krijgen over de prioriteitsstellingen in hun totaliteit inhetmeerjareninvesteringsprogramma. Dit betreftzowel de ontwikkelingsprojecten, als discussie 668

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 668