24 OKTOBER 1995
673
Wethouder VAN OS
Ik kom zo nog even terug op die effecten. U maakt gebruik van scenario drie, maar dan moet u
dus wel die structurele lasten die u inboekt op de O.Z.B. daar vanaf trekken. En dan schiet u in
mijn ogen een gat in het meerjarenperspectief van ruim 700.000,-. Het meerjareninvesterings-
plan. Ik denk dat duidelijk is en dat ook in de richting van de Parel van het Zuiden, dat dat de
vertaling is van alles wat we met elkaar bediscussieerd hebben in de verschillende gesprekken
rond de heroverweging van diverse reserves en hoe we zouden omgaan met de rentebijschrijvingen
rond de reserves. Het college denkt met het investeringsvolume dat nu voor ligt u een redelijk
evenwichtige investeringsplanning voor de komende drie jaren te hebben voorgelegd over de
verschillende noden. U heeft kunnen zien wat er ter visie lag aan investeringsclaims die gehonoreerd
zouden moeten worden. Maar het blijft een keuzevraagstuk watje daarmee probeert te beantwoor
den, en datje wel degelijk als een soort sturingselement, ook naar de organisatie toe, kunt gebrui
ken, als het erom gaat welke projecten er daadwerkelijk worden aangepakt. En laten we niet de
projecten aanpakken waarvoor uiteindelijk toch geen middelen beschikbaar zijn. Ik vind het aardig
dat de fractie van de Parel van het Zuiden wel de elementen rond de lastendruk noemt, waarin
inderdaad een plus zit, maar dat zij in die opsomming, maar dat zal een vergissing zijn, de
elementen waarin een min zit zijn vergeten. Ten aanzien van de OZBin de richting van de CD A-
ffactie het volgende. Ik wil u erop wijzen dat een dekkingsbron rond het rekeningoverschot in
mijn ogen geen goede is. U weet dat het rekeningoverschot zeer bewust naar verschillende
onderdelen van de diensten is gegaan. Ik wijs u als voorbeeld op bestemmingen rond de W. V.G.
en dergelijke. Dat heeft in zijn totaliteit geleid tot een aantasting van de algemene reservepositie
van de gemeente en dus tot een aantasting van de capaciteitspositie van de gemeente. Ik denk niet
dat u daarmee een dekkingsbron aandraagt. Uw relatie met de takendiscussie brengt mij in een
moeilijk parket, omdat de heer Taks heeft gezegd dat er geen koppeling met bezuinigingen en
plussen en minnen aan de orde zijn. En ik dacht dat dat inderdaad de afspraak was. De interim
maatregel verdampt niet en dat kunt u zien in bijlage Al in het meerjarenperspectief. Daarin is
de interim-maatregel op nul gezet en daartegenover staat de verandering in de financiële positie
naar aanleiding van de gewijzigde financiële verhoudingswet. Overigens is het aardig om te
bekijken hoe onze randgemeenten dat in hun begroting hebben verwerkt. U zult dan tot verbazende
conclusies komen. Over de rente-ontwikkeling heb ik al iets gezegd. U kunt het eenmalig inzetten,
maar u schiet bij een structurele inzet een gat in het meerjarensperspectief en u maakt het ook voor
mij onmogelijk om te kijken of we een evenwichtige rente-ontwikkeling rond die 7,5% kunnen
doen, want daarvoor zou ik nu juist graag die eenmalige middelen inzetten, zodat het er op termijn
structureel uitkomt. Als u dat niet doet, dan kunnen we niet versneld afschrijven, en blijft die druk
op de rentepositie rond die leningen van 1,4 miljoen in mijn visie bestaan.
De heer DUBBELMAN
Hoe je het ook wendt of keert, als je extra aflost op de rente-conversie dan creëer je op termijn
een meevaller waarmee je oorspronkelijk geen rekening hebt gehouden. Dat is iets anders dan
het schieten van gaten.
Wethouder VAN OS
Die meevaller die u ziet, die zit erin. Maar dan heeft u het, gelet op het feit dat u die wil inzetten,
over nog geen 100.000,-. En met uw O.Z.B.-voorstel tastu dat aan met ruim 700.000,-.
En dan klopt er iets niet in mijn optelling.
De heer DUBBELMAN
Regeren is inderdaad vooruitzien, maar om nu over 1998 en 1999 hele discussies aan te gaan,
waarbij we het hebben over een ander Breda met een heel andere uitkering, ik vind dat wel erg
ver vooruitzien.