26 OKTOBER 1995 gezamenlijk naar oplossingen te zoeken. Ik heb dat als zodanig beoogd en ik hoor een gelijksoortig geluid bij de heer Taks. Mijn fractie was wat teleurgesteld over de terughou dendheid waarmee onze vragen over de geheimhouding en het vragenuurtje zijn beantwoord. Krampachtigheid, afhouden en proberen te ontkennen dat ook op bestuurlijk vlak daar serieuze problemen liggen, die direct te maken hebben met de verhoudingen die je als college ook ten opzichte van de oppositie zou moeten innemen en die ook noodzakelijk zijn om een geloofwaardig bestuurlijk draagvlak voor de stad Breda te vormen. Met name het vragenuur tje is voor ons een belangrijk punt en we vragen daarvoor een toezegging. Het geeft de mogelijkheid tot een direct contact met de burgers, dat hoeft geen Poolse landdag te zijn. Het betekent de ruimte geven om, zoals het college nu soms buurten ingaat, tweewekelijks de brandende vragen die er leven gesteld te kunnen krijgen en ook beantwoord te kunnen krijgen. Ten aanzien van de veiligheid heeft mijn fractie de notitie over het drugsbeleid, die wij aan het voorbereiden zijn, al aangekondigd. De notitie zit op dit moment in de inspraak, wordt besproken met politie, CAD, straathoekwerk, G.G.D., et cetera. In zijn antwoord zegt het college dat er inzake het drugsbeleid een nota van gemeentezijde in voorbereiding is. Wat mij opvalt is, dat dat bij al die instellingen, en dat lijkt me toch fundamenteel, volstrekt niet bekend is. Je zou zeggen dat ze daar toch bij betrokken, of op zijn minst gehoord, zouden moeten worden, om tot een behoorlijk draagvlak voor het in beeld brengen van de problema tiek te komen. Wellicht dat het college dat vóór december nog zou kunnen doen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie. U had het over het vragenuurtje. Daarover had u het vorige keer ook al. Ik heb toen begrepen dat u het had over een vragenuurtje voor raadsleden, waarin zij hun vragen kunnen afvuren. Maar nu begrijp ik eigenlijk dat u onze vragen over het instellen van een spreekuur van wethouders, zoals Prinsenbeek dat heeft, ook steunt. Dus dat u dat ook voor Breda een goed idee vindt. U heeft het antwoord van het college op onze vragen gelezen, dit vindt dat niet nodig. De heer SCHRODER Dat weet ik, dat heb ik inderdaad gezegd. Ik heb inderdaad gevraagd om een vragenuurtje, waarbij zowel de raadsleden als de pers als bevolking welkom zijn, om zaken die leven ook direct beantwoord te krijgen. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij noemen dat een spreekuur, u noemt het een vragenuur, maar uiteindelijk neemt u gewoon ons voorstel over. Ik ben daar heel blij mee. De heer BOER U heeft in uw vorige termijn iets gezegd over de vragen die wij hebben gesteld en de antwoorden die wij krijgen. Maar het gaat niet over de vragen, want ik denk dat de vragen uitstekend worden gesteld. U zou eigenlijk eens moeten vragen naar goede antwoorden van het college. De heer SCHRODER Ik ga daarop verder niet meer in, voorzitter. Woningbouw. Mijn fractie heeft daarover een motie (Motie 5, 24 oktober 1995) ingediend, zonder die verder toe te lichten. Ik constateer dat alle fracties het onderwerp woningbouw, met name betaalbare woningbouw, in hun algemene beschouwingen hebben opgenomen. Waarom? Omdat de ernst van de problematiek door alle fracties wordt onderkend. Iedereen grijpt gretig naar de handreiking die van het college is gekomen, om een bedrag van 3 miljoen daarop in te zetten en met de corporaties 688

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 688