26 OKTOBER 1995
704
uw motie aan de orde is, is overweging 3. Het is volstrekt onbespreekbaar voor de Belgische
overheid om op het traject Roosendaal-Antwerpen nog meer treinen toe te laten, gelet op het
feit dat men daar dwars door 12 dorpen heengaat. Verwacht wordt dat de overbelasting voor
dat traject dan te groot wordt.
De heer SCHRODER
U weet dat onze fractie de afgelopen week ook contact heeft gehad met Brasschaat en
omgeving. Ook daar is men doende om het verzet te bundelen.
Wethouder DE BRUIJN
Ja, dat klopt.
Mevrouw CROFF-MITTELMEUER
Bij interruptie. Mijnheer Schroder, ik begrijp dat u de variant langs Breda afwijst, maar waar
moet die trein dan wel rijden? Het lijkt erop dat andere gemeentes het dan maar moeten
oplossen. Uiteindelijk is elk traject met u onbespreekbaar. Hoe denkt u daarover?
De heer SCHRODER
De landelijke lijn van GroenLinks is dat de H.S.L. helemaal niet moet worden aangelegd. En
voor zover er een hoge snelheidstrein komt, zou die over een bestaand spoor kunnen. Deze
variant heeft de minste gevolgen voor het milieu.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Dat is niet mijn vraag. Hij wordt waarschijnlijk aangelegd. En als hij wordt aangelegd, dan
moet hij ergens rijden. En dan is de vraag: waar?
De heer SCHRODER
Dit besluit wordt niet in Breda genomen, dus kunnen we ons moeilijk in die discussie
mengen. Ik wil dat wel buiten de orde van deze vergadering doen, maar wij willen nu
bereiken dat wij ons gaan inspannen om ervoor te zorgen dat hij hier niet komt. Dat is onze
inzet.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Ik wil hierop aansluiten, mijnheer Schroder, met te zeggen dat u ons vaak verwijt dat wij niet
verder kijken dan Breda. Maar als die lijn niet in Breda komt, dan zitten andere gemeenten
met de ellende. Ik vind dat een gek standpunt.
Wethouder DE BRUIJN
Met die uitleg van deze motie kunnen wij deze motie niet overnemen, derhalve ontraden wij
haar. Mevrouw Heerkens maakte nog enkele opmerkingen naar aanleiding van een briefwisse
ling over managementaspecten. De problemen zijn ons uiteraard, dat zal duidelijk zijn, reeds
eerder bekend, die spelen al een tijd. Wij hebben getracht politiek het een en ander op een
rijtje te zetten, samen met de wethouder Personeel en Organisatie. In het verleden hebben we
het managementteam van de dienst R.M.E. reeds opdracht gegeven om de zaak onder zijn
verantwoordelijkheid te nemen in het kader van zijn managementtaak. De algemeen directeur
van de dienst R.M.E. is hard bezig om de zaak te klaren. Ik kan me voorstellen dat we in een
andere discussievorm eens verder praten over de zaken die daarbij een rol spelen. Wat betreft
de produkten het volgende. Het college spreekt de dienst en de directie aan op de produkten
die worden geleverd. Mochten op een gegeven moment daarmee problemen zijn, dan zal
binnen die dienst moeten worden getracht om die zaak op te lossen. Zo liggen die lijnen. Het