"H5B3 26 OKTOBER 1995 709 den, want ook daarin is een plus- en minverhaal aan de orde, als het gaat om de wijze waarop het indexeringscijfer is opgebouwd. De heer VERPAALEN Maar u heeft toch een slagvaardig beleid en u weet toch dat het op dit moment te hoog is? En bij een slagvaardig beleid hoort, dat u het nu aanpast en niet over een jaar. Wethouder VAN OS Daarover zou ik best met u in discussie willen gaan, maar als u heeft gekeken naar de laatste publikaties over de inflatiecijfers, dan komen daar toch ook weer andere getallen uit dan de getallen die u noemt. Je zou dan elke week met elkaar zo'n discussie kunnen voeren en daar hebben wij geen behoefte aan. Wij kiezen steeds hetzelfde ijkmoment en daar blijven we van uitgaan. En dat geeft soms een plus en soms een min. Eenzelfde opmerking zou ik willen maken als het gaat over de wijze waarop de baatbelasting wordt verwerkt. Die heeft geen invloed op de lasten, zoals u dat aangeeft. Er is een directe koppeling tussen datgene wat de baatbelasting oplevert en het project dat daarvoor wordt uitgevoerd. Dat is het investe ringsproject voor de herinrichting van de binnenstad, dat kost ongeveer 30 miljoen en daarvan wordt 10 miljoen via de baatbelasting opgebracht. Dus dat is de directe koppeling en er is geen andere relatie naar de gemeentebegroting. Het lijkt me goed om eens apart met u stil te staan bij de wijze van renteberekeningen, want u zei zelf dat u het niet begreep. Daarom wordt het wat moeilijk om daarover nu hier met elkaar in discussie te gaan. De heer VERPAALEN Ik begreep de brief niet die ik vandaag hier op tafel vond. Wethouder VAN OS Ook die wil ik dan graag aan u uitleggen. In de richting van mevrouw Kokx het volgende. In de kadernotitie, die op de reguliere agenda staat, treft u aan dat het college voor een aantal groepen zeker nog dat specifieke beleid in gedachte heeft. Tot slot de discussie over de dekking en de mogelijkheden rond de O.Z.B. Laat ik voorop stellen dat het college natuurlijk aan de hand van het programakkoord steeds poogt om die lastendruk zo laag mogelijk te houden. Ik wil in ieder geval proberen u duidelijk te maken, al is dat heel moeilijk in dit soort algemene termen, dat dat de intentie is van het college. Zo wordt er naar tarieven gekeken en zo wordt er naar de belastingen gekeken. Met betrekking tot de vraag: hoe zou je dat op dit moment moeten doen, het volgende. De voorkeur van het college blijft om de eenmalige middelen, die rond de rente nu boven tafel komen, in die zin te gebruiken dat op langere termijn de mogelijkheid wordt geopend om structurele dekkingsmiddelen te vinden. Het colle ge is ook van mening dat je die dan best zou kunnen inzetten, misschien zelfs wel primair zou kunnen inzetten, voor die discussie rond de O.Z.B. Dus, wat zijn de effecten als u nu struc tureel een beroep doet op de gemeentebegroting van ongeveer 740.000,-? Het college gaat er toch vanuit dat u daarmee niet de bedoeling heeft om in 1997, mocht daarvoor dan geen structurele dekking zijn, een soort dubbele verhoging tot stand te laten komen. Want dat zou dus een optie kunnen zijn, omdat in het meerjarenperspectief nu voor 1997 nog niet is uitge gaan van die nominale aanpassing. Dus die zult u dan opnieuw moeten opvangen. En dat is de reden waarom het college zegt: top nu eerst die boel rond die rente af, zorg dat je daarvan een structureel verhaal maakt, en dan ontstaat er, zoals u in die scenario's ook heeft kunnen zien, structurele ruimte en dan kun je ook de goede combinatie leggen met het mogelijk verlagen van de O.Z.B. en de ruimte die daarvoor aanwezig is. Ik wil u ook nog wijzen op het vol gende. We praten nu wel over de begroting 1996, maar de zaak ligt niet zo eenvoudig dat u dan kunt zeggen: naar die meerjarenramingen kijken we niet. De Provincie kijkt heel AAI

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 709