26 OKTOBER 1995
720
bezig, onder andere door deze futiliteit, en ik vind dat we dan toch heel erg slecht omgaan
met de belangen van de burgers. Nu hebben we maandag aanstaande een raadsagenda die we
voor vandaag hadden gepland, en waarvoor vandaag eventueel ook weer mensen aanwezig
zijn, die inmiddels al weer naar huis zijn. Ik vind dat een buitengewoon slecht beleid. Wij
hadden dit al lang voorzien. Het is een loos gebaar en geen enkele daad.
De heer HEEREN
Ik heb hier de motie voor me liggen, die tegen mijn bijdrage van 24 oktober 1995 is gericht.
Ik wijs u, en ik heb dat ook dinsdagavond gedaan, op de kentering die in de Tweede Kamer
heeft plaatsgevonden over de opvang van asielzoekers en de daarmee samenhangende
problemen. Het is betreurenswaardig dat hiervan in de gemeenteraad geen weerslag plaats
vindt. Mijnheer Taks sprak van een kloof, ik denk dat er eerder een kloof is tussen de fractie
van de VVD en de fractie van het CDA en de fracties in de Tweede Kamer.
Mevrouw KOKX
Het mag duidelijk zijn dat een gerichte kostenverlichting bij de burgers die dat het hardst
nodig hebben ook bij mij de hoogste prioriteit heeft. En daarnaast dient ook in relatie tot het
programakkoord te worden gekeken naar een algemene lastenverlichting. De motie die nu
voorligt zal mijn ondersteuning dan ook krijgen.
Wethouder VAN DONGEN
Naar aanleiding van de motie van de heer Schroder over de scholing van de medewerkers van
de Milieudienst het volgende. Binnen het kader van de budgetten van de dienst R.M.E., maar
ook binnen het budget dat binnen de Milieudienst zelf zit, wordt een programma gemaakt ten
aanzien van de opleiding en daarbinnen zal de opleiding voor de mensen van de Milieudienst
prioriteit krijgen, zodat zij op een goede en adequate manier kunnen voldoen aan de uitvoe
ring van de verschillende taken. In die zin nemen wij de motie over, dus zonder extra budget,
maar binnen de beschikbare budgetten van de dienst.
Wethouder VAN OS
Nog twee opmerkingen in de richting van GroenLinks. Binnen de volumebesluiten van drie
keer 1 miljoen moeten eerst duidelijk de prioriteiten op een rij worden gezet van welke
sportaccommodaties wanneer worden aangepakt. Een en ander zal met de commissie worden
besproken. In dat kader vinden wij de motie op dit moment voorbarig. De motie over de
O.Z.B. sluit, denk ik, aan bij datgene wat ik in de tweede termijn heb gezegd over de richting
waarin het college denkt. Dus wat dat betreft neemt het college de motie over.
De heer SCHRODER
Wanneer onderdeel twee van de motie over de kleedaccommodaties wordt geschrapt, wordt
uitsluitend de toezegging gevraagd dat de renovatie in 1996 wordt aangepakt. Is het college
bereid om in die richting mee te gaan, of is ook dat te voorbarig?
Wethouder VAN OS
Ook dat is voorbarig, omdat wij een programma maken voor driejaar binnen die 3 miljoen
en daarbinnen vindt de prioriteitsstelling plaats.
De heer SCHRODER
Vorig jaar hebben we dat punt ook aan de orde gesteld in de commissie en toen had het ook al
de hoogste prioriteit. Daarmee rekening houdend en aangezien u nu wederom zegt: we hech
ten er erg veel belang aan, moeten we in dat geval de motie toch handhaven.