30 OKTOBER 1995 739 De heer VERPAALEN Ja, vandaag. Als iemand dit stuk had gelezen dan had men onmiddellijk gezegd: college, neem dit in godsnaam terug, want wat er nu staat is totale nonsens. Als simpel voorbeeld moge ik u ter lezing geven artikel 8, de strafbepaling. Die luidt nu: "Overtreding van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 8, eerste en tweede lid van deze verordening...enzovoort." Artikel 8 verwijst derhalve naar zichzelve en is derhalve onzin. Er had hoogstens kunnen staan artikel 7, maar nooit artikel 8. Er wordt gesproken over parkeerapparatuur en parkeerapparatuur- plaats. Dat moet een bepaalde zin hebben. Als dat niet zo is, dan moet het niet genoemd worden. Zoals de verordening op dit moment luidt, zou ik op een willekeurige parkeerplaats waar een meter staat, mogen gaan parkeren - denkt u! - maar in artikel 2 staat heel duidelijk: "Het is verboden een motorvoertuig te parkeren zonder toestemming van het college van B&W" Als ik een kwartje in de meter gooi, heb ik geen toestemming van B&W en derhalve ben ik volgens dit stuk in overtreding. Er had ergens moeten staan geen parkeerapparatuurplaats, want ik dacht dat dat bij de gemeentelijke belastingen hoorde. Staat dat er wel in, dan moet er ook ergens staan dat door het inwerpen van munten men geacht wordt toestemming te hebben van B&W om op die plaats te gaan staan. Als dat er niet staat, is dat onjuist. Verder staat er nergens in vermeld het wegslepen, noch het plaatsen van de wielklem als sanctie. En als u vindt dat wegslepen een kwestie is van openbare orde, dan zult u wel moeten beseffen dat openbare besluiten krachtens de openbare orde alleen maar door u kunnen worden genomen en niet door een willekeurige politie-ambtenaar die toevallig constateert dat een auto verkeerd geparkeerd staat. Ik adviseer u derhalve om deze verordening voorlopig terug te nemen ter nadere bestudering. De heer HEEREN Ik heb een vraag, met het risico dat ik niet helemaal ter zake doende ben, maar ik wil mijn vraag toch stellen. In het verleden is er een discussie geweest over het parkeerbeleid en toen is gezegd dat in bepaalde straten de parkeermeters worden opgeheven. Kunt u daar iets over zeggen? Wethouder VAN DONGEN De juridische ins en outs van de Parkeerverordening zijn mij niet precies bekend. Ten aanzien van artikel 8 kan ik mij voorstellen wat de heer Verpaalen zegt. De verwijzing kan niet naar zichzelf zijn, maar moet waarschijnlijk naar artikel 7 zijn. Ik kijk intussen even naar iemand die daar verstand van zou moeten hebben. Ik ga ervan uit dat de heer Verpaalen in die zin gelijk heeft, maar ik kan het op dit moment niet toetsen. Ik stel voor dat het stuk wordt teruggenomen en dat we nog even formeel naar de bepalingen kijken om te voorkomen dat er vergissingen worden gemaakt. Ten aanzien van de andere artikelen is het zo dat alleen die zaken van toepassing zijn, die te maken hebben met de wijziging ten opzichte van de Algemene wet bestuursrecht. Andere zaken zijn inhoudelijk niet gewijzigd. Ten aanzien van de wegsleepregeling is er een aanwijzing van de burgemeester in het kader van openbare orde en daarover heeft de voorzitter de afgelopen week een toezegging gedaan. Het agendapunt wordt afgevoerd en zal via de commissie worden teruggebracht naar de raad. 223. DE INZAMELING EN BEWERKING VAN GLAS. De heer BOER Tijdens de voorlichting van de Milieudienst heeft men gezegd dat men, gezien monopolisering van de verwerking van glas, toch een beetje bang is. Dat komt ook terug in het voorstel. Ik zat te denken aan een motie, maar ik denk dat het ook anders kan. Wat wordt er gedaan om dat te voorkomen? Kan het glas ook eventueel naar het buitenland en hoe kunnen we gevrijwaard worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 739