m 30 OKTOBER 1995 758 onafhankelijke positie deze discussie kunnen leiden. Op zich zou het een aardige proeve van bekwaamheid zijn geweest voor de nieuwe burgemeester als die in december benoemd zou zijn. Maar om de gang er niet uitte halen wordt er dan toch een onafhankelijk voorzitter gepropageerd. Wij hadden het volste vertrouwen in de kunde en de kennis van wethouder Van Os om dit te leiden, kennelijk meer dan de andere collegepartijen en zijn eigen partij. Is het al bekend wie dit onafhankelijk voorzitterschap op zich gaat nemen of moeten we mijnheer Cordez weer van stal halen, zoals dat in Den Haag nog wel eens gebeurt? Of mijnheer Van Dun als oudste wethouder Middelen? Zelf was ik in de commissievergadering tegen, maar u weet hoe de WD-fractie daarmee omgaat. We willen de zaak niet frustreren en daarom heeft uitgebreid fractieberaad ertoe geleid dat we het totale proces van die kerntakendiscussie niet onder een slecht gesternte willen laten beginnen. We zijn dus voor het voorstel. De heer SCHRODER Laat ik beginnen te zeggen dat mijn fractie tegen dit voorstel zal stemmen. Allereerst wil ik benadrukken dat ik in het overleg over de takendiscussie met regelmaat de bezwaren van mijn fractie naar voren heb gebracht, hoezeer ik ook om technische redenen te kennen heb gegeven me in een procedure, zoals die technisch werd voorgesteld, te kunnen vinden. Ten aanzien van deonafhankelijkheid van de voorzitter heb ik, meen ik, aangegeven daarvoor geen directe voorkeur te hebben, maar als ik nu zie welk kostenplaatje daaraan is verbonden, zou je als takencommissie, om het zo maar te noemen, bijna zeggen dat dit de eerste taak is die zou kunnen worden wegbezuinigd. Dat geld kunnen we ons immers besparen. De bezwaren van mijn fractie tegen de huidige opzet van de takendiscussie zijn drieërlei. Ik heb dat ook al tijdens de behandeling van de begroting naar voren gebracht. Allereerst de legitimatie, terugkijkend naar de afgelopen verkiezingen waar toch nauwelijks partijen zich op dit punt hebben geprofileerd. Ten tweede zijn wij van mening, met het oog op de komende verkiezingen, dat ook de randgemeenten daarbij betrokken zouden moeten worden. Het zou machtsvertoon van de gemeente Breda zijn wanneer er een afgeronde takendiscussiezou liggen waarmee de nieuwe, toe te voegen gemeenten dan ineens worden geconfronteerd. Ten derde, zoals ook uit de begrotingsbehandeling is gebleken, is de acute financiële noodzaak vooralsnog niet aanwezig. Dus een uitstel van anderhalfjaar lijkt ons niet onoverkomelijk. Sinds de behandeling van de begroting vorige week is er wat ons betreft nog een motivering bijgekomen en dat is de politieke situatie, waarin we toch hebben moeten merken dat, waar standpunten uiteen beginnen te lopen, als puntje bij paaltje komt het hemd van de coalitie nader is dan de rok. Dat betekent dat in de huidige constellatie, met een marginale meerderheid van de coalitie, het ons ondenkbaar voorkomt dat we als gehele raad, los van de politieke fracties, los van voorkeuren, ineens met een takendiscussie bezig kunnen zijn om daarmee de prioriteiten aan te kunnen geven en taken eventueel weg te saneren, zonder dat dit repercussies heeft in de richting van het college. Dus de angst die ook door diverse fracties is De heer AD ANK Bij interruptie. Ik maak bezwaar tegen de term wegsaneren. Die heeft u nooit uit de mond van de coalitie gehoord als wij inhoudelijke argumenten aandroegen om de takendiscussie wèl op dit moment te voeren en niet elke keer weer een argument te vinden om het voor ons uit te schuiven. Ik vind het geen valide argument om de herindeling daarbij te halen of steeds maar weer te beklemtonen dat het gaatom een financiëlediscussie. Daarover hebben we heel uitvoerig met elkaar gesproken. Je kunt het wel of niet eens zijn met die argumenten, maar het is een beetje flauw om ze elke keer opnieuw te herhalen. De heer SCHRODER Het zal toch herhaald moeten worden omdat dit het knelpunt in de hele opzet weergeeft. Ook vorige week hebben we kunnen merken dat het CDA, en ik heb dat ook in mijn algemene beschouwing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 758